Book Chapter: Verse
1 Gen 18:19 | dat kwaad aankleve, en ik sterve! ~
2 Gen 24:9 | niet misschien om harentwil sterve. ~
3 Gen 25:4 | mijn ziel u zegene, eer ik sterve. ~
4 Gen 35:11 | niet misschien ook deze sterve, gelijk zijn broeders! Zo
5 Gen 40:9 | gevonden zal worden, dat hij sterve; en ook zullen wij mijn
6 Gen 41:28 | gaan, en hem zien, eer ik sterve! ~ ~
7 Gen 42:30 | zeide tot Jozef: Dat ik nu sterve, nadat ik uw aangezicht
8 Exo 9:4 | Egyptenaren, dat er niets sterve van al wat van de kinderen
9 Exo 21:14 | Mijn altaar nemen, dat hij sterve. ~
10 Exo 28:35 | uitgaat, opdat hij niet sterve. ~
11 Lev 16:2 | de ark is, opdat hij niet sterve; want Ik verschijn in een
12 Lev 16:13 | bedekke, en dat hij niet sterve. ~
13 Num 23:10 | deel van Israel? Mijn ziel sterve den dood der oprechten,
14 Num 34:12 | opdat de doodslager niet sterve, totdat hij voor de vergadering
15 Num 34:30 | tegen een ziel, dat zij sterve. ~
16 Deu 13:10 | stenen stenigen, dat hij sterve; want hij heeft u gezocht
17 Deu 18:16 | niet meer zien, dat ik niet sterve. ~
18 Deu 19:5 | treft zijn naaste, dat hij sterve; die zal in een dezer steden
19 Deu 19:11 | hem aan het leven, dat hij sterve; en vliedt tot een van die
20 Deu 19:12 | bloedwrekers geven, dat hij sterve. ~
21 Deu 20:5 | opdat hij niet misschien sterve in den strijd, en iemand
22 Deu 20:6 | misschien in den strijd sterve en iemand anders die geniete. ~
23 Deu 20:7 | misschien in den strijd sterve, en een ander man haar neme. ~
24 Deu 21:21 | stenen overwerpen, dat hij sterve; en gij zult het boze uit
25 Deu 22:21 | stenen stenigen, dat zij sterve, omdat zij een dwaasheid
26 Deu 33:6 | Dat Ruben leve, en niet sterve, en dat zijn lieden van
27 Joz 20:6 | totdat de hogepriester sterve, die in die dagen zijn zal;
28 Joz 20:9 | dwaling; opdat hij niet sterve door de hand des bloedwrekers,
29 Ric 5:30 | Breng uw zoon uit, dat hij sterve, omdat hij het altaar van
30 Ric 15:30 | Simson zeide: Mijn ziel sterve met de Filistijnen; en hij
31 1Sa 20:14 | aan mij doen, dat ik niet sterve? ~
32 2Sa 11:15 | opdat hij geslagen worde en sterve. ~
33 2Sa 19:37 | knecht wederkeren, dat ik sterve in mijn stad, bij het graf
34 1Kon 21:10| en stenigt hem, dat hij sterve. ~
35 Spre 30:7 | onthoud ze mij niet, eer ik sterve: ~
36 Jer 37:20 | opdat ik aldaar niet sterve. ~
37 Zac 11:9 | weiden; wat sterft, dat sterve, en wat afgesneden is, dat
38 Joha 6:50| mens daarvan ete, en niet sterve. ~
39 Joha 11:50| ons nut is, dat een mens sterve voor het volk, en het gehele
|