Table of Contents | Words: Alphabetical - Frequency - Inverse - Length - Statistics | Help | IntraText Library
Alphabetical    [«  »]
segub 3
seharja 1
sehirath 1
seir 39
seja 1
sekte 5
sekundus 1
Frequency    [«  »]
39 merari
39 moeders
39 moeite
39 seir
39 sterve
39 tachtig
39 vermenigvuldigd

Bijbel

IntraText - Concordances

seir

   Book Chapter: Verse
1 Gen 14:6 | Horieten op hun gebergte Seir, tot aan het effen veld 2 Gen 29:3 | zijn broeder, naar het land Seir, de landstreek van Edom. ~ 3 Gen 30:14 | totdat ik bij mijn heer te Seir kome. ~ 4 Gen 30:16 | wederom zijns weegs naar Seir toe. ~ 5 Gen 33:8 | woonde Ezau op het gebergte Seir. Ezau is Edom. ~ 6 Gen 33:9 | Edomieten, op het gebergte van Seir. ~ 7 Gen 33:20 | 20 Dit zijn de zonen van Seir, den Horiet, inwoners van 8 Gen 33:21 | der Horieten, zonen van Seir, in het land van Edom. ~ 9 Gen 33:30 | hun vorsten in het land Seir. ~ 10 Num 24:18 | erfelijke bezitting zijn; en Seir zal zijn vijanden een erfelijke 11 Deu 1:2 | den weg van het gebergte Seir, tot aan Kades-Barnea. ~ 12 Deu 1:44 | en zij verpletterden u in Seir tot Horma toe. ~ 13 Deu 2:1 | wij togen om het gebergte Seir, vele dagen. ~ 14 Deu 2:4 | kinderen van Ezau, die in Seir wonen; zij zullen wel voor 15 Deu 2:5 | Ik heb Ezau het gebergte Seir ter erfenis gegeven. ~ 16 Deu 2:8 | kinderen van Ezau, die in Seir woonden, van den weg des 17 Deu 2:12 | de Horieten te voren in Seir; maar de kinderen van Ezau 18 Deu 2:22 | kinderen van Ezau, die in Seir wonen, gedaan heeft, voor 19 Deu 2:29 | kinderen van Ezau, die in Seir wonen, en de Moabieten, 20 Deu 33:2 | is hunlieden opgegaan van Seir; Hij is blinkende verschenen 21 Joz 11:17 | berg, die opwaarts naar Seir gaat, tot Baal-Gad toe, 22 Joz 12:7 | den kalen berg, die naar Seir opgaat; en Jozua gaf het 23 Joz 15:10 | westen, naar het gebergte Seir, en zal doorgaan aan de 24 Joz 25:4 | gaf aan Ezau het gebergte Seir, om dat erfelijk te bezitten; 25 Ric 4:28 | toen Gij voorttoogt van Seir, toen Gij daarheen traadt 26 1Kro 1:38| 38 De kinderen van Seir nu waren Lotan, en Sobal, 27 1Kro 4:42| mannen, tot het gebergte van Seir; en Pelatja, en Nearja, 28 2Kro 21:10| en die van het gebergte Seir, door dewelken Gij Israel 29 2Kro 21:22| en die van het gebergte Seir, die tegen Juda gekomen 30 2Kro 21:23| inwoners van het gebergte Seir, om te verbannen en te verdelgen; 31 2Kro 21:23| zij met de inwoners van Seir een einde gemaakt hadden, 32 2Kro 25:11| sloeg van de kinderen van Seir tien duizend. ~ 33 2Kro 25:14| de goden der kinderen van Seir medegebracht had, dat hij 34 Jes 21:11 | Duma. Men roept tot mij uit Seir: Wachter! wat is er van 35 Eze 25:8 | Heere HEERE: Omdat Moab en Seir zeggen: Ziet, het huis van 36 Eze 35:2 | aangezicht tegen het gebergte Seir, en profeteer tegen hetzelve, ~ 37 Eze 35:3 | Ik wil aan u, o gebergte Seir! en Ik zal Mijn hand tegen 38 Eze 35:7 | En Ik zal het gebergte Seir tot de uiterste verwoesting 39 Eze 35:15 | u doen; het gebergte van Seir, en gans Edom, zal geheel


Best viewed with any browser at 800x600 or 768x1024 on Tablet PC
IntraText® (V89) - Some rights reserved by EuloTech SRL - 1996-2007. Content in this page is licensed under a Creative Commons License