Book Chapter: Verse
1 Ric 8:6 | Abimelech ten koning, bij den hogen eik, die bij Sichem is. ~
2 Ric 20:19 | opgang der zon, aan den hogen weg, die opgaat van het
3 2Sa 22:28 | maar Uw ogen zijn tegen de hogen, Gij zult hen vernederen. ~
4 1Kon 14:23| beelden, en bossen, op allen hogen heuvel, en onder allen groenen
5 2Kon 19:10| opgericht en bossen, op allen hogen heuvel en onder alle groen
6 2Kon 20:17| vijvers, welke is bij den hogen weg van het veld des vollers. ~
7 1Kro 27:16| Schallechet, bij den opgaanden hogen weg, wacht tegenover wacht. ~
8 1Kro 27:18| westen waren er vier bij den hogen weg, twee bij Parbar. ~
9 Neh 3:25 | tegen den hoek, en den hogen toren over, die van des
10 Neh 8:5 | schriftgeleerde, stond op een hogen houten stoel, dien zij tot
11 Job 21:22 | wetenschap leren, daar Hij de hogen richt? ~
12 Pred 5:7 | er acht op; en daar zijn hogen boven henlieden. ~
13 Jes 2:15 | 15 En tegen allen hogen toren, en tegen allen vasten
14 Jes 6:1 | den Heere, zittende op een hogen en verheven troon, en Zijn
15 Jes 7:3 | oppersten vijvers, aan den hogen weg van het veld des
16 Jes 13:2 | Heft op een banier, op een hogen berg; verheft een stem tot
17 Jes 24:21 | over de heirscharen des hogen in de hoogte, en over de
18 Jes 30:13 | uitwaarts gebogen in een hogen muur, welks breuk haastelijk
19 Jes 30:25 | En er zullen op allen hogen berg, en op allen verhevenen
20 Jes 36:2 | oppersten vijvers, aan den hogen weg van het veld des vollers. ~
21 Jes 40:9 | goede boodschap, klim op een hogen berg; o Jeruzalem, gij verkondigster
22 Jes 58:7 | Gij stelt uw leger op een hogen en verhevenen berg; ook
23 Jer 2:20 | niet dienen; maar op allen hogen heuvel en onder allen groenen
24 Jer 3:6 | Zij ging henen op allen hogen berg, en tot onder allen
25 Jer 48:1 | is ingenomen; de stad des hogen vertreks is beschaamd
26 Eze 17:22 | van den oppersten tak des hogen ceders nemen, dat Ik zetten
27 Eze 17:22 | denwelken Ik op een hogen en verhevenen berg planten
28 Eze 17:24 | weten, dat Ik, de HEERE, den hogen boom vernederd heb, den
29 Eze 20:28 | zo zagen zij naar allen hogen heuvel, en alle dicht geboomte,
30 Eze 20:40 | Mijn heiligen berg, op den hogen berg Israels, spreekt de
31 Eze 34:6 | alle bergen en op allen hogen heuvel, ja, Mijn schapen
32 Eze 40:2 | Hij zette mij op een zeer hogen berg; en aan denzelven was
33 Mic 6:6 | en mij bukken voor den hogen God? Zal ik Hem tegenkomen
34 Matt 4:8 | duivel mede op een zeer hogen berg, en toonde Hem al de
35 Mark 9:2 | Johannes, en bracht hen op een hogen berg bezijden alleen; en
36 Luk 4:5 | duivel geleid had op een hogen berg, toonde hij Hem al
37 Hand 7:17| Egypte, en heeft hen met een hogen arm daaruit geleid. ~
38 Open 21:10| den geest op een groten en hogen berg, en hij toonde mij
39 Open 21:12| En zij had een groten en hogen muur, en had twaalf poorten,
|