Book Chapter: Verse
1 Gen 11:1 | En de ganse aarde was van enerlei spraak en enerlei woorden.
2 Gen 11:1 | was van enerlei spraak en enerlei woorden.
3 Gen 11:6 | HEERE zeide: Ziet, zij zijn enerlei volk, en hebben allen enerlei
4 Gen 11:6 | enerlei volk, en hebben allen enerlei spraak; en dit is het, dat
5 Exo 12:49 | 49 Enerlei wet zij voor de ingeborene,
6 Lev 7:7 | ook het schuldoffer zijn; enerlei wet zal voor dezelve zijn;
7 Lev 23:22 | 22 Enerlei recht zult gij hebben; zo
8 Num 9:14 | hij het houden; het zal enerlei inzetting voor ulieden zijn,
9 Num 15:15 | vreemdeling bij u verkeert, enerlei inzetting: ter eeuwige inzetting
10 Num 15:16 | 16 Enerlei wet en enerlei recht zal
11 Num 15:16 | 16 Enerlei wet en enerlei recht zal ulieden zijn,
12 Num 15:29 | als vreemdeling verkeert, enerlei wet zal ulieden zijn, dengene,
13 Ric 7:18 | Gelijk gij, alzo waren zij, enerlei, van gedaante als koningszonen. ~
14 1Sa 6:4 | Filistijnen; want het is enerlei plaag over u allen, en over
15 1Kon 6:25| ellen; beide cherubs hadden enerlei maat, en enerlei snede. ~
16 1Kon 6:25| hadden enerlei maat, en enerlei snede. ~
17 1Kon 7:5 | de posten vierkantig van enerlei uitzicht; en venster was
18 1Kon 7:37| hij de tien stellingen; enerlei gieting, enerlei maat, enerlei
19 1Kon 7:37| stellingen; enerlei gieting, enerlei maat, enerlei snede hadden
20 1Kon 7:37| enerlei gieting, enerlei maat, enerlei snede hadden zij allen. ~
21 2Kro 30:12| de hand Gods in Juda, hun enerlei hart gevende, dat zij het
22 Pred 2:14| Toen bemerkte ik ook, dat enerlei geval hun allen bejegent. ~
23 Pred 3:19| wedervaart ook den beesten; en enerlei wedervaart hun beiden; gelijk
24 Pred 3:19| deze, en zij allen hebben enerlei adem, en de uitnemendheid
25 Pred 9:2 | gelijk aan alle anderen; enerlei wedervaart den rechtvaardige
26 Pred 9:3 | onder de zon geschiedt, dat enerlei ding allen wedervaart, en
27 Jer 32:39 | 39 En Ik zal hun enerlei hart en enerlei weg geven,
28 Jer 32:39 | zal hun enerlei hart en enerlei weg geven, om Mij te vrezen
29 Eze 1:16 | turkoois; en die vier hadden enerlei gelijkenis; daartoe was
30 Eze 10:10 | gedaanten, die vier hadden enerlei gelijkenis, gelijk of het
31 Eze 11:19 | 19 En Ik zal hun enerlei hart geven, en zal een nieuwen
32 Eze 23:13 | verontreinigd was; zij hadden beiden enerlei weg. ~
33 Eze 40:10 | gene zijde; die drie hadden enerlei maat; ook hadden de posten,
34 Eze 40:10 | en van gene zijde, enerlei maat. ~
35 Eze 45:11 | efa en een bath zullen van enerlei mate zijn, dat een bath
36 Eze 46:22 | dezelve vier hoekhofjes hadden enerlei maat. ~
37 Dan 2:9 | geeft, ulieder vonnis is enerlei; daarom hebt gij een leugenachtig
38 Open 17:13| 13 Dezen hebben enerlei mening, en zullen hun kracht
39 Open 17:17| mening doen, en dat zij enerlei mening doen, en dat zij
|