Book Chapter: Verse
1 Gen 23:5 | die vrouw mij niet willen volgen in dit land; zal ik dan
2 Gen 23:8 | Maar indien de vrouw u niet volgen wil, zo zult gij rein zijn
3 Gen 23:39 | Misschien zal mij de vrouw niet volgen. ~
4 Exo 23:2 | menigte tot boze zaken niet volgen; en gij zult niet spreken
5 Num 14:24 | volhard heeft Mij na te volgen, zo zal Ik hem brengen tot
6 Num 31:64 | hebben niet volhard Mij na te volgen; ~
7 Num 31:65 | volhard den HEERE na te volgen. ~
8 Deu 1:36 | volhard heeft den HEERE te volgen. ~
9 Joz 14:8 | den HEERE, mijn God, na te volgen. ~
10 Joz 14:9 | den HEERE, mijn God, na te volgen. ~
11 Joz 14:14 | den God Israels, na te volgen. ~
12 1Sa 12:21 | gij zoudt de ijdelheden na volgen, die niet bevorderlijk zijn,
13 1Kon 9:6 | kinderen, van Mij na te volgen, en niet houden zult Mijn
14 1Kon 11:6 | volhardde niet den HEERE te volgen, gelijk zijn vader David. ~
15 2Kon 10:29| Israel zondigen deed, na te volgen, week Jehu niet af, te weten,
16 2Kon 20:6 | week niet van Hem na te volgen, en hij hield Zijn geboden,
17 2Kro 34:33| God hunner vaderen, na te volgen. ~
18 Psa 23:6 | goede en de weldadigheid volgen al de dagen mijns levens;
19 Matt 8:19| tot Hem: Meester! ik zal U volgen, waar Gij ook henengaat. ~
20 Mark 5:37| liet niemand toe Hem te volgen, dan Petrus, en Jakobus,
21 Mark 16:17| hebben, zullen deze tekenen volgen: in Mijn Naam zullen zij
22 Luk 9:57 | Hem zeide: Heere, ik zal U volgen, waar Gij ook heengaat. ~
23 Luk 9:61 | ander zeide: Heere, ik zal U volgen; maar laat mij eerst toe,
24 Joha 1:38| omkerende, en ziende hen volgen, zeide tot hen: ~
25 Joha 10:4 | hen heen; en de schapen volgen hem, overmits zij zijn stem
26 Joha 10:5 | vreemde zullen zij geenszins volgen, maar zullen van hem vlieden;
27 Joha 10:27| en Ik ken dezelve, en zij volgen Mij. ~
28 Joha 13:36| heenga, kunt gij Mij nu niet volgen; maar gij zult Mij namaals
29 Joha 13:36| maar gij zult Mij namaals volgen. ~
30 Joha 13:37| waarom kan ik U nu niet volgen? Ik zal mijn leven voor
31 Joha 21:20| omkerende, zag den discipel volgen, welken Jezus liefhad, die
32 2The 3:7 | hoe men ons behoort na te volgen; want wij hebben ons niet
33 2The 3:9 | voorbeeld, om ons na te volgen. ~
34 1Tim 5:24| veroordeling; en in sommigen ook volgen zij na. ~
35 2Pet 2:12| onredelijke dieren, die de natuur volgen, en voortgebracht zijn om
36 2Pet 2:15| hebbende, zijn verdwaald, en volgen den weg van Balaam, den
37 Open 14:4 | dezen zijn het, die het Lam volgen, waar Het ook heengaat;
38 Open 14:13| hun arbeid; en hun werken volgen met hen. ~
|