Book Chapter: Verse
1 Exo 14:24 | de HEERE, in de kolom des vuurs en der wolk, zag op het
2 Num 9:15 | tabernakel als een gedaante des vuurs, tot aan den morgen. ~
3 Num 9:16 | was er een gedaante des vuurs. ~
4 Deu 4:12 | tot u uit het midden des vuurs; gij hoordet de stem der
5 Deu 4:15 | Horeb uit het midden des vuurs tot u sprak; ~
6 Deu 4:33 | sprekende uit het midden des vuurs, gelijk als gij gehoord
7 Deu 4:36 | woorden uit het midden des vuurs gehoord. ~
8 Deu 5:4 | gesproken uit het midden des vuurs, ~
9 Deu 5:22 | berg, uit het midden des vuurs, der wolk en der donkerheid,
10 Deu 5:24 | gehoord uit het midden des vuurs; dezen dag hebben wij gezien,
11 Deu 5:26 | sprekende uit het midden des vuurs, gehoord heeft gelijk wij,
12 Deu 9:10 | berg, uit het midden des vuurs, ten dage der verzameling,
13 Deu 10:4 | berg, uit het midden des vuurs, tot ulieden gesproken had;
14 2Sa 22:13 | Hem henen werden kolen des vuurs aangestoken. ~
15 Job 18:5 | worden, en de vonk zijns vuurs zal niet glinsteren. ~
16 Psa 29:7 | HEEREN houwt er vlammen vuurs uit. ~
17 Psa 78:14 | nacht met een licht des vuurs. ~
18 Jes 4:5 | den glans eens vlammenden vuurs des nachts; want over
19 Jes 5:24 | Daarom, gelijk de tong des vuurs den stoppel verteert, en
20 Jes 9:4 | werden, tot een voedsel des vuurs. ~
21 Jes 9:18 | zijn als een voedsel des vuurs: de een zal den ander niet
22 Jes 10:16 | branden, als den brand des vuurs. ~
23 Jes 29:6 | de vlam eens verterenden vuurs. ~
24 Eze 1:4 | Hasmal, uit het midden des vuurs. ~
25 Eze 1:13 | als brandende kolen des vuurs, als de gedaante der fakkelen;
26 Eze 5:4 | werpen in het midden des vuurs, en zult ze verbranden met
27 Dan 3:6 | den oven des brandenden vuurs geworpen worden. ~
28 Dan 3:11 | den oven des brandenden vuurs geworpen worden. ~
29 Dan 3:15 | oven des brandenden vuurs; en wie is de God, Die ulieden
30 Dan 3:17 | den oven des brandenden vuurs, en Hij zal ons uit uw hand,
31 Dan 3:20 | den oven des brandenden vuurs. ~
32 Dan 3:21 | oven des brandenden vuurs. ~
33 Dan 3:22 | zo hebben de vonken des vuurs die mannen, die Sadrach,
34 Dan 3:23 | den oven des brandenden vuurs, gebonden zijnde, gevallen
35 Dan 3:24 | mannen in het midden des vuurs, gebonden zijnde, geworpen?
36 Dan 3:25 | wandelende in het midden des vuurs, en er is geen verderf aan
37 Dan 3:26 | den oven des brandenden vuurs, antwoordde en sprak: Gij
38 Dan 3:26 | Abed-nego uit het midden des vuurs. ~
39 Dan 3:27 | waren, ja, dat de reuk des vuurs daardoor niet gegaan was. ~
40 Rom 12:20 | dat doende, zult gij kolen vuurs op zijn hoofd hopen. ~
41 Heb 1:7 | Zijn dienaars een vlam des vuurs. ~
42 Heb 10:27 | des oordeels, en hitte des vuurs, dat de tegenstanders zal
43 Heb 11:34 | 34 De kracht des vuurs hebben uitgeblust, de scherpte
44 Jud 1:7 | dragende de straf des eeuwigen vuurs. ~
45 Open 1:14| Zijn ogen gelijk een vlam vuurs; ~
46 Open 2:18| ogen heeft als een vlam vuurs, en Zijn voeten zijn blinkend
47 Open 19:12| ogen waren als een vlam vuurs, en op Zijn hoofd waren
48 Open 19:20| geworpen in den poel des vuurs, die met sulfer brandt. ~
49 Open 20:10| geworpen in den poel des vuurs en sulfers, alwaar het beest
50 Open 20:14| geworpen in den poel des vuurs; dit is de tweede dood. ~
51 Open 20:15| geworpen in den poel des vuurs. ~ ~ ~
|