Book Chapter: Verse
1 Exo 32:26 | Mozes staan in de poort des legers, en zeide: Wie den HEERE
2 Exo 33:26 | Mozes staan in de poort des legers, en zeide: Wie den HEERE
3 Num 2:3 | zal zijn de banier des legers van Juda, naar hun heiren;
4 Num 2:9 | 9 Al de getelden des legers van Juda waren honderd zes
5 Num 2:10 | 10 De banier des legers van Ruben, naar hun heiren,
6 Num 2:17 | Levieten, in het midden van de legers; gelijk als zij zich legeren
7 Num 2:18 | 18 De banier des legers van Efraim, naar hun heiren,
8 Num 2:25 | 25 De banier des legers van Dan zal tegen het noorden
9 Num 2:32 | vaderen; al de getelden der legers, naar hun heiren waren,
10 Num 4:5 | 5 In het optrekken des legers, zo zullen Aaron en zijn
11 Num 4:15 | heiligdoms, in het optrekken des legers, zullen voleind hebben,
12 Num 5:3 | niet verontreinigen hun legers, in welker midden Ik wone. ~
13 Num 10:2 | en tot den optocht der legers. ~
14 Num 10:5 | blazen zult, dan zullen de legers, die tegen het oosten gelegerd
15 Num 10:6 | klank blazen zult, zullen de legers, die tegen het zuiden legeren,
16 Num 10:25 | Dan, samensluitende al de legers, naar hun heiren; en over
17 Num 11:1 | verteerde, in het uiterste des legers. ~
18 Num 13:19 | dewelke hetzelve woont, of in legers, of in sterkten; ~
19 Num 14:44 | niet uit het midden des legers. ~
20 Joz 1:11 | Gaat door het midden des legers, en beveelt het volk, zeggende:
21 Joz 3:2 | dagen, door het midden des legers gingen; ~
22 Joz 10:5 | van Eglon, zij en al hun legers; en zij belegerden Gibeon,
23 Ric 6:17 | komen aan het uiterste des legers, zo zal het geschieden,
24 Ric 6:19 | waren, in het uiterste des legers, in het begin van de middelste
25 Ric 7:10 | waren te Karkor, en hun legers met hen, omtrent vijftien
26 1Sa 11:11 | kwamen in het midden des legers, in de morgenwake, en zij
27 1Sa 17:53 | Filistijnen, en zij beroofden hun legers. ~
28 1Sa 28:1 | als de Filistijnen hun legers vergaderden tot den strijd,
29 1Sa 29:1 | Filistijnen nu hadden al hun legers vergaderd te Afek; en de
30 2Kon 7:8 | melaatsen aan het uiterste des legers kwamen, zo gingen zij in
31 1Kro 9:18| dezen de poortiers onder de legers der kinderen van Levi. ~
32 2Kro 31:2 | prijzen in de poort van de legers des HEEREN; ~
33 Psa 78:28 | vallen in het midden zijns legers, rondom zijn woningen. ~
34 Psa 149:5 | dat zij juichen op hun legers. ~
35 Eze 4:2 | haar een wal op, en stel legers tegen haar, en zet tegen
36 Hos 7:14 | wanneer zij huilen op hun legers; om koren en most verzamelen
37 Mic 2:1 | en kwaad werken op hun legers; in het licht van den morgenstond
38 Hand 22:16| over aan den overste des legers; maar aan Paulus werd toegelaten
|