Book Chapter: Verse
1 Gen 9:24 | en hij merkte wat zijn kleinste zoon hem gedaan had. ~
2 Gen 18:11 | met verblindheden, van den kleinste tot aan den grootste, zodat
3 Gen 27:16 | was Lea; en de naam der kleinste was Rachel. ~
4 Gen 27:18 | jaren dienen, om Rachel, uw kleinste dochter. ~
5 Gen 27:26 | onzer plaatse, dat men de kleinste uitgeve voor de eerstgeborene. ~
6 Gen 38:13 | land Kanaan; en zie, de kleinste is heden bij onzen vader;
7 Gen 38:15 | tenzij dan, wanneer uw kleinste broeder herwaarts zal gekomen
8 Gen 38:32 | een is niet meer, en de kleinste is heden bij onzen vader
9 Gen 39:29 | moeder, en zeide: Is dit uw kleinste broeder, waarvan gij tot
10 Gen 40:12 | en voleindigende met den kleinste; en die beker werd gevonden
11 Gen 40:23 | tot uw knechten: Indien uw kleinste broeder met u niet afkomt,
12 Gen 40:26 | mogen aftrekken; indien onze kleinste broeder bij ons is, zo zullen
13 Gen 40:26 | mogen zien, zo deze onze kleinste broeder niet bij ons is. ~
14 Gen 44:19 | maar nochtans zal zijn kleinste broeder groter worden dan
15 Ric 5:15 | in Manasse, en ik ben de kleinste in mijns vaders huis. ~
16 Ric 14:2 | metgezel gegeven. Is niet haar kleinste zuster schoner dan zij?
17 1Sa 9:21 | geslacht is het niet het kleinste van al de geslachten van
18 1Sa 14:49 | was Merab, en de naam der kleinste Michal. ~
19 1Sa 16:11 | jongelingen? En hij zeide: De kleinste is nog overig, en zie, hij
20 1Sa 17:14 | 14 En David was de kleinste; en de drie grootsten waren
21 1Sa 30:2 | niemand doodgeslagen, van den kleinste tot den grootste, maar hadden
22 1Sa 30:19 | werd niet gemist van den kleinste tot aan den grootste, en
23 1Kon 12:10| gij tot hen spreken: Mijn kleinste vinger zal dikker zijn dan
24 2Kro 11:10| gij tot hen spreken: Mijn kleinste vinger zal dikker zijn dan
25 2Kro 22:17| overgelaten werd, dan Joahaz, de kleinste zijner zonen. ~
26 2Kro 22:37| overgelaten werd, dan Joahaz, de kleinste zijner zonen. ~
27 Est 1:5 | van den grootste tot den kleinste, zeven dagen lang, in het
28 Est 1:20 | van de grootste tot de kleinste toe. ~
29 Spre 30:24| Deze vier zijn van de kleinste der aarde; doch dezelve
30 Jes 61:22 | 22 De kleinste zal tot duizend worden,
31 Jer 6:13 | 13 Want van hun kleinste aan tot hun grootste toe
32 Jer 8:10 | bezitters; want van den kleinste aan tot den grootste toe
33 Jer 31:34 | Mij allen kennen, van hun kleinste af tot hun grootste
34 Jer 42:1 | en al het volk, van den kleinste tot den grootste toe; ~
35 Jer 42:8 | en al het volk, van den kleinste af tot den grootste toe; ~
36 Jer 44:12 | verteerd worden, van den kleinste tot den grootste toe; door
37 Eze 43:14 | breedte een el; en van het kleinste afzetsel tot aan het grootste
38 Jona 3:5 | hun grootste af tot hun kleinste toe. ~
|