Table of Contents | Words: Alphabetical - Frequency - Inverse - Length - Statistics | Help | IntraText Library
Alphabetical    [«  »]
horem 1
horen 339
horend 2
horende 38
horens 1
hori 3
horiet 1
Frequency    [«  »]
38 harte
38 hoererij
38 hoeveel
38 horende
38 kameren
38 kleding
38 kleinste

Bijbel

IntraText - Concordances

horende

   Book Chapter: Verse
1 Ric 2:17 | vaders gewandeld hadden, horende de geboden des HEEREN; alzo 2 2Sa 5:17 | te zoeken; en David, dat horende, toog af, naar den burg. ~ 3 Spre 19:27| Laat af, mijn zoon, horende de tucht, af te dwalen van 4 Jes 6:9 | henen, en zeg tot dit volk: Horende hoort, maar verstaat niet, 5 Jer 26:5 | 5      Horende naar de woorden Mijner knechten, 6 Matt 8:10| 10 Jezus nu, dit horende, heeft Zich verwonderd, 7 Matt 9:12| 12 Maar Jezus, zulks horende, zeide tot hen: Die gezond 8 Matt 13:13| zij ziende niet zien, en horende niet horen, noch ook verstaan. ~ 9 Matt 14:13| alleen; en de scharen, dat horende, zijn Hem te voet gevolgd 10 Matt 15:12| dat de Farizeen deze rede horende, geergerd zijn geweest? ~ 11 Matt 17:6 | 6 En de discipelen, dit horende, vielen op hun aangezicht, 12 Matt 19:25| Zijn discipelen nu, dit horende, werden zeer verslagen, 13 Matt 22:22| 22 En zij, dit horende, verwonderden zich, en Hem 14 Matt 22:33| 33 En de scharen, dit horende, werden verslagen over Zijn 15 Matt 27:47| die daar stonden, zulks horende, zeiden: Deze roept Elias. ~ 16 Mark 2:17| 17 En Jezus, dat horende, zeide tot hen: Die gezond 17 Mark 4:12| zien, en niet bemerken, en horende horen, en niet verstaan; 18 Mark 5:27| 27 Deze van Jezus horende, kwam onder de schare van 19 Mark 10:47| 47 En horende, dat het Jezus de Nazarener 20 Mark 12:28| een der Schriftgeleerden horende, dat zij te zamen in woorden 21 Mark 14:11| 11 En zij, dat horende, waren verblijd, en beloofden 22 Mark 15:35| die daarbij stonden, dit horende, zeiden: Ziet, Hij roept 23 Luk 2:46 | midden der leraren, hen horende, en hen ondervragende. ~ 24 Luk 7:9 | 9 En Jezus, dit horende, verwonderde Zich over hem; 25 Luk 7:29 | 29 En al het volk, Hem horende, en de tollenaars, die met 26 Luk 8:10 | zij ziende niet zien, en horende niet verstaan. ~ 27 Luk 8:50 | 50 Maar Jezus, dat horende, antwoordde hem, zeggende: 28 Luk 18:22 | 22 Doch Jezus, dit horende, zeide tot hem: Nog een 29 Luk 18:36 | 36 En deze, horende de schare voorbijgaan, vraagde, 30 Joha 6:60| van Zijn discipelen, dit horende, zeiden: Deze rede is hard; 31 Joha 7:40| uit de schare, deze rede horende, zeiden: Deze is waarlijk 32 Joha 8:9 | 9 Maar zij, dit horende, en van hun geweten overtuigd 33 Joha 11:4 | 4 En Jezus, dat horende, zeide: Deze krankheid is 34 Joha 12:12| tot het feest gekomen was, horende, dat Jezus naar Jeruzalem 35 Joha 21:7 | Heere! Simon Petrus dan, horende, dat het de Heere was, omgordde 36 Hand 8:14| Barnabas en Paulus, dat horende, scheurden hun klederen, 37 Hand 10:38| en zij werden bevreesd, horende, dat zij Romeinen waren. ~ 38 Hand 12:8 | van de Korinthiers, hem horende, geloofden, en werden gedoopt. ~


Best viewed with any browser at 800x600 or 768x1024 on Tablet PC
IntraText® (V89) - Some rights reserved by EuloTech SRL - 1996-2007. Content in this page is licensed under a Creative Commons License