Book Chapter: Verse
1 Num 13:21 | toe, waar men gaat naar Hamath. ~
2 Num 33:8 | aftekenen tot daar men komt te Hamath; en de uitgangen dezer landpale
3 Joz 13:5 | tot aan den ingang van Hamath. ~
4 Ric 3:3 | Baal-Hermon, tot daar men komt te Hamath. ~
5 2Sa 8:9 | Als nu Thoi, de koning van Hamath, hoorde, dat David het ganse
6 1Kon 8:65| gemeente, van den ingang af van Hamath tot de rivier van Egypte,
7 2Kon 15:25| Israel van den ingang van Hamath, tot aan de zee van het
8 2Kon 15:28| en hoe hij Damaskus en Hamath, tot Juda behorende, aan
9 2Kon 19:24| Chuta, en van Avva, en van Hamath, en Sefarvaim, en deed hen
10 2Kon 19:30| Nergal, en de lieden van Hamath maakten Asima, ~
11 2Kon 20:34| 34 Waar zijn de goden van Hamath, en van Arpad? Waar zijn
12 2Kon 21:13| 13 Waar is de koning van Hamath, en de koning van Arpad,
13 2Kon 25:33| te Ribla in het land van Hamath, opdat hij te Jeruzalem
14 2Kon 27:21| te Ribla, in het land van Hamath. Alzo werd Juda uit zijn
15 1Kro 13:5 | af, tot daar men komt te Hamath, om de ark Gods te brengen
16 1Kro 18:3 | den koning van Zoba, naar Hamath toe, toen hij heentoog,
17 1Kro 18:9 | Toen Thou, de koning van Hamath, hoorde, dat David de ganse
18 1Kro 19:3 | den koning van Zoba, naar Hamath toe, toen hij heentoog,
19 1Kro 19:9 | Toen Thou, de koning van Hamath, hoorde, dat David de ganse
20 2Kro 8:8 | gemeente, van den ingang af van Hamath, tot de rivier van Egypte. ~
21 2Kro 9:4 | schatsteden, die hij bouwde in Hamath. ~
22 Jes 10:9 | Kalno gelijk Karchemis? Is Hamath niet gelijk Arfad? Is niet
23 Jes 11:11 | Elam, en van Sinear, en van Hamath, en van de eilanden der
24 Jes 36:19 | Waar zijn de goden van Hamath en Arpad? Waar zijn de goden
25 Jes 37:13 | Waar is de koning van Hamath, en de koning van Arpad,
26 Jer 39:5 | naar Ribla, in het land van Hamath; die sprak oordelen tegen
27 Jer 49:23 | Tegen Damaskus. Beschaamd is Hamath en Arpad; omdat zij een
28 Jer 52:9 | naar Ribla, in het land van Hamath; die sprak oordelen tegen
29 Jer 52:27 | te Ribla, in het land van Hamath. Alzo werd Juda uit zijn
30 Eze 47:16 | 16 Hamath, Berotha, Sibraim, dat tussen
31 Eze 47:16 | en tussen de landpale van Hamath is; Hazar Hattichon, dat
32 Eze 47:17 | noordwaarts, en de landpale van Hamath; en dat zal de noorderhoek
33 Eze 47:20 | daar men recht tegenover Hamath komt; dat zal de westerhoek
34 Eze 48:1 | Hethlon, waar men komt te Hamath, Hazar-Enon, de landpale
35 Eze 48:1 | noordwaarts aan de zijde van Hamath (ook zal hij den oosterhoek
36 Amos 6:2 | toe; en gaat van daar naar Hamath, de grote stad, en trekt
37 Amos 6:14| drukken, van daar men komt te Hamath, tot aan de beek der
38 Zac 9:2 | 2 En ook zal Hij Hamath met dezelve bepalen; Tyrus
|