Book Chapter: Verse
1 Exo 32:4 | griffie, en hij maakte een gegoten kalf daaruit. Toen zeiden
2 Exo 32:8 | had, zij hebben zich een gegoten kalf gemaakt; en zij hebben
3 Exo 33:4 | griffie, en hij maakte een gegoten kalf daaruit. Toen zeiden
4 Exo 33:8 | had, zij hebben zich een gegoten kalf gemaakt; en zij hebben
5 Exo 34:40 | 17 Gij zult u geen gegoten goden maken. ~
6 Lev 19:4 | afgoden niet keren, en u geen gegoten goden maken; Ik ben de HEERE,
7 Lev 21:10 | wiens hoofd de zalfolie gegoten is, en wiens hand men gevuld
8 Deu 9:12 | had; zij hebben zich een gegoten beeld gemaakt. ~
9 Deu 9:16 | gezondigd; gij hadt u een gegoten kalf gemaakt; gij waart
10 Deu 27:15 | man, die een gesneden of gegoten beeld, een gruwel des HEEREN,
11 Ric 16:3 | een gesneden beeld en een gegoten beeld te maken; zo zal ik
12 Ric 16:4 | een gesneden beeld en een gegoten beeld; dat was in het huis
13 Ric 17:14 | en een gesneden en een gegoten beeld? Zo weet nu, wat u
14 Ric 17:17 | efod, en de terafim, en het gegoten beeld; de priester nu bleef
15 Ric 17:18 | efod, en de terafim, en het gegoten beeld weggenomen hadden,
16 1Kon 7:16| ook twee kapitelen, van gegoten koper, om op de hoofden
17 1Kon 7:24| knoppen waren in haar gieting gegoten. ~
18 1Kon 7:30| onder het wasvat waren deze gegoten schouderen ter zijde van
19 1Kon 7:33| en hun spaken waren alle gegoten. ~
20 2Kon 19:16| huns Gods, en maakten zich gegoten beelden, twee kalveren;
21 2Kro 4:2 | 2 Daartoe maakte hij de gegoten zee; van tien ellen was
22 2Kro 4:3 | runderen waren in haar gieting gegoten. ~
23 2Kro 34:3 | bossen, en de gesneden en de gegoten beelden te reinigen. ~
24 2Kro 34:4 | bossen ook, en de gesneden en gegoten beelden verbrak, en vergruisde,
25 Neh 9:18 | Zelfs, als zij zich een gegoten kalf gemaakt hadden, en
26 Job 10:10 | Hebt Gij mij niet als melk gegoten, en mij als een kaas doen
27 Job 28:2 | en uit steen wordt koper gegoten. ~
28 Job 36:51 | die vast zijn, als een gegoten spiegel? ~
29 Psa 106:19 | zij bogen zich voor een gegoten beeld. ~
30 Jes 30:22 | overtreksel uwer gouden gegoten beelden; gij zult ze wegwerpen
31 Jes 41:29 | zijn een nietig ding, hun gegoten beelden zijn wind, en een
32 Jes 42:17 | beelden verlaten, die tot de gegoten beelden zeggen: Gij zijt
33 Jes 48:5 | gesneden beeld, of mijn gegoten beeld heeft ze bevolen. ~
34 Jer 10:14 | gesneden beeld; want zijn gegoten beeld is leugen; en er
35 Jer 51:17 | gesneden beeld; want zijn gegoten beeld is leugen, en er
36 Hos 13:2 | zich van hun zilver een gegoten beeld gemaakt, afgoden naar
37 Nah 1:14 | uitroeien de gesneden en gegoten beelden; Ik zal u daar
38 Matt 26:12| deze zalf op Mijn lichaam gegoten heeft, zo heeft zij het
|