Book Chapter: Verse
1 1Kon 22:40| zijn vaderen; en zijn zoon Ahazia werd koning in zijn plaats. ~
2 1Kon 22:50| 50 Toen zeide Ahazia, de zoon van Achab, tot
3 1Kon 22:52| 52 Ahazia, de zoon van Achab, werd
4 2Kon 1:2 | 2 En Ahazia viel door een tralie in
5 2Kon 1:18| overige nu der zaken van Ahazia, die hij gedaan heeft, is
6 2Kon 8:24| vaderen, in de stad Davids; en Ahazia, zijn zoon, werd koning
7 2Kon 8:25| koning van Israel, begon Ahazia, de zoon van Jeroham, den
8 2Kon 8:26| Twee en twintig jaren was Ahazia oud, als hij koning werd,
9 2Kon 8:29| den koning van Syrie; en Ahazia, de zoon van Jehoram, de
10 2Kon 9:16| want Joram lag aldaar; en Ahazia, de koning van Juda, was
11 2Kon 9:21| koning van Israel, uit, en Ahazia, de koning van Juda, een
12 2Kon 9:23| en vlood, en zeide tot Ahazia: Het is bedrog, Ahazia! ~
13 2Kon 9:23| tot Ahazia: Het is bedrog, Ahazia! ~
14 2Kon 9:27| 27 Als Ahazia, de koning van Juda, dat
15 2Kon 9:29| den zoon van Achab, was Ahazia koning geworden over Juda. ~
16 2Kon 10:13| Vond Jehu de broederen van Ahazia, den koning van Juda, en
17 2Kon 10:13| Wij zijn de broederen van Ahazia, en zijn afgekomen, om de
18 2Kon 11:1 | nu Athalia, de moeder van Ahazia, zag, dat haar zoon dood
19 2Kon 11:2 | koning Joram, de zuster van Ahazia, nam Joas, den zoon van
20 2Kon 11:2 | nam Joas, den zoon van Ahazia, en stal hem uit het midden
21 2Kon 12:18| die Josafat, en Joram, en Ahazia, zijn vaderen, de koningen
22 2Kon 13:18| die Josafat, en Joram, en Ahazia, zijn vaderen, de koningen
23 2Kon 14:1 | jaar van Joas, den zoon van Ahazia, den koning van Juda, werd
24 2Kon 15:13| zoon van Joas, den zoon van Ahazia, te Beth-Semes, en kwam
25 1Kro 3:11| was Joram; zijn zoon was Ahazia; zijn zoon was Joas; ~
26 2Kro 21:35| de koning van Juda, met Ahazia, den koning van Israel;
27 2Kro 21:37| zeggende: Omdat gij u met Ahazia vergezelschapt hebt, heeft
28 2Kro 23:1 | inwoners van Jeruzalem maakten Ahazia, zijn kleinsten zoon, koning
29 2Kro 23:1 | had al de eersten gedood. Ahazia dan, de zoon van Joram,
30 2Kro 23:2 | Twee en veertig jaar was Ahazia oud, toen hij koning werd,
31 2Kro 23:7 | 7 De vertreding nu van Ahazia was van God, dat hij tot
32 2Kro 23:8 | zonen der broederen van Ahazia, die Ahazia dienden, vond,
33 2Kro 23:8 | broederen van Ahazia, die Ahazia dienden, vond, en die doodde. ~
34 2Kro 23:9 | 9 Daarna zocht hij Ahazia, en zij kregen hem (want
35 2Kro 23:9 | heeft. Zo had het huis van Ahazia niemand, die kracht behield
36 2Kro 23:10| Toen Athalia, de moeder van Ahazia, zag, dat haar zoon dood
37 2Kro 23:11| nam Joas, den zoon van Ahazia, en stal hem uit het midden
38 2Kro 23:11| want zij was de zuster van Ahazia), voor Athalia, dat zij
|