Table of Contents | Words: Alphabetical - Frequency - Inverse - Length - Statistics | Help | IntraText Library
Alphabetical    [«  »]
ahasbai 1
ahasveros 36
ahava 3
ahazia 38
aher 1
ahi 2
ahi-sahar 1
Frequency    [«  »]
39 vrienden
39 waarop
39 wenden
38 ahazia
38 ai
38 as
38 besloten

Bijbel

IntraText - Concordances

ahazia

   Book Chapter: Verse
1 1Kon 22:40| zijn vaderen; en zijn zoon Ahazia werd koning in zijn plaats. ~ 2 1Kon 22:50| 50 Toen zeide Ahazia, de zoon van Achab, tot 3 1Kon 22:52| 52 Ahazia, de zoon van Achab, werd 4 2Kon 1:2 | 2 En Ahazia viel door een tralie in 5 2Kon 1:18| overige nu der zaken van Ahazia, die hij gedaan heeft, is 6 2Kon 8:24| vaderen, in de stad Davids; en Ahazia, zijn zoon, werd koning 7 2Kon 8:25| koning van Israel, begon Ahazia, de zoon van Jeroham, den 8 2Kon 8:26| Twee en twintig jaren was Ahazia oud, als hij koning werd, 9 2Kon 8:29| den koning van Syrie; en Ahazia, de zoon van Jehoram, de 10 2Kon 9:16| want Joram lag aldaar; en Ahazia, de koning van Juda, was 11 2Kon 9:21| koning van Israel, uit, en Ahazia, de koning van Juda, een 12 2Kon 9:23| en vlood, en zeide tot Ahazia: Het is bedrog, Ahazia! ~ 13 2Kon 9:23| tot Ahazia: Het is bedrog, Ahazia! ~ 14 2Kon 9:27| 27 Als Ahazia, de koning van Juda, dat 15 2Kon 9:29| den zoon van Achab, was Ahazia koning geworden over Juda. ~ 16 2Kon 10:13| Vond Jehu de broederen van Ahazia, den koning van Juda, en 17 2Kon 10:13| Wij zijn de broederen van Ahazia, en zijn afgekomen, om de 18 2Kon 11:1 | nu Athalia, de moeder van Ahazia, zag, dat haar zoon dood 19 2Kon 11:2 | koning Joram, de zuster van Ahazia, nam Joas, den zoon van 20 2Kon 11:2 | nam Joas, den zoon van Ahazia, en stal hem uit het midden 21 2Kon 12:18| die Josafat, en Joram, en Ahazia, zijn vaderen, de koningen 22 2Kon 13:18| die Josafat, en Joram, en Ahazia, zijn vaderen, de koningen 23 2Kon 14:1 | jaar van Joas, den zoon van Ahazia, den koning van Juda, werd 24 2Kon 15:13| zoon van Joas, den zoon van Ahazia, te Beth-Semes, en kwam 25 1Kro 3:11| was Joram; zijn zoon was Ahazia; zijn zoon was Joas; ~ 26 2Kro 21:35| de koning van Juda, met Ahazia, den koning van Israel; 27 2Kro 21:37| zeggende: Omdat gij u met Ahazia vergezelschapt hebt, heeft 28 2Kro 23:1 | inwoners van Jeruzalem maakten Ahazia, zijn kleinsten zoon, koning 29 2Kro 23:1 | had al de eersten gedood. Ahazia dan, de zoon van Joram, 30 2Kro 23:2 | Twee en veertig jaar was Ahazia oud, toen hij koning werd, 31 2Kro 23:7 | 7 De vertreding nu van Ahazia was van God, dat hij tot 32 2Kro 23:8 | zonen der broederen van Ahazia, die Ahazia dienden, vond, 33 2Kro 23:8 | broederen van Ahazia, die Ahazia dienden, vond, en die doodde. ~ 34 2Kro 23:9 | 9 Daarna zocht hij Ahazia, en zij kregen hem (want 35 2Kro 23:9 | heeft. Zo had het huis van Ahazia niemand, die kracht behield 36 2Kro 23:10| Toen Athalia, de moeder van Ahazia, zag, dat haar zoon dood 37 2Kro 23:11| nam Joas, den zoon van Ahazia, en stal hem uit het midden 38 2Kro 23:11| want zij was de zuster van Ahazia), voor Athalia, dat zij


Best viewed with any browser at 800x600 or 768x1024 on Tablet PC
IntraText® (V89) - Some rights reserved by EuloTech SRL - 1996-2007. Content in this page is licensed under a Creative Commons License