Table of Contents | Words: Alphabetical - Frequency - Inverse - Length - Statistics | Help | IntraText Library
Alphabetical    [«  »]
zegening 11
zegeningen 13
zegent 21
zegge 37
zeggen 602
zeggende 1313
zeggens 1
Frequency    [«  »]
37 verwachting
37 voorhofs
37 woest
37 zegge
36 1een
36 aanschouwen
36 achterna

Bijbel

IntraText - Concordances

zegge

   Book Chapter: Verse
1 Deu 9:28 | ons hebt uitgevoerd, niet zegge: Omdat ze de HEERE niet 2 Deu 33:27 | vijand voor uw aangezicht, en zegge: Verdelg! ~ 3 1Sa 16:16 | 16 Onze heer zegge toch tot uw knechten, die 4 2Sa 7:26 | tot in eeuwigheid, dat men zegge: De HEERE der heirscharen 5 2Sa 13:32 | antwoordde en zeide: Mijn heer zegge niet, dat zij al de jongelingen, 6 1Kon 1:36| koning, en zeide: Amen; alzo zegge de HEERE, de God van mijn 7 1Kon 22:8 | Josafat zeide: De koning zegge niet alzo! ~ 8 2Kon 4:24| tenzij dan dat ik het u zegge. ~ 9 2Kon 9:17| hunlieden tegemoet, en dat hij zegge: Is het vrede? ~ 10 1Kro 16:31| dat men onder de heidenen zegge: De HEERE regeert. ~ 11 1Kro 17:24| tot in eeuwigheid, dat men zegge: De HEERE der heirscharen, 12 2Kro 19:7 | Josafat zeide: de koning zegge niet alzo. ~ 13 Psa 13:5 | 5Opdat niet mijn vijand zegge: Ik heb hem overmocht; mijn 14 Psa 45:2 | geeft een goede rede op; ik zegge mijn gedichten uit van een 15 Psa 106:48 | eeuwigheid; en al het volk zegge: Amen, Hallelujah! ~  ~  ~  ~ 16 Psa 118:2 | 2 Dat Israel nu zegge, dat Zijn goedertierenheid 17 Psa 118:3 | 3 Het huis van Aaron zegge nu, dat Zijn goedertierenheid 18 Psa 124:1 | Die bij ons geweest is, zegge nu Israel, ~ 19 Psa 129:1 | benauwd van mijn jeugd af, zegge nu Israel; ~ 20 Spre 25:7 | is beter, dat men tot u zegge: Kom hier bovenaan, dan 21 Spre 30:9 | dan niet verloochene, en zegge: Wie is de HEERE? of dat 22 Jes 43:9 | worden, en men het hore en zegge: Het is de waarheid. ~ 23 Jes 57:3 | gescheiden; en de gesnedene zegge niet: Ziet, ik      ben 24 Jer 29:22 | die in Babel zijn, dat men zegge: De HEERE stelle u als Zedekia, 25 Jer 44:26 | zal genoemd worden, die zegge: Zo waarachtig als de Heere 26 Jer 51:35 | aangedaan, zij op Babel! zegge de inwoneres van Sion; en 27 Jer 51:35 | de inwoners van Chaldea! zegge Jeruzalem. ~ 28 Eze 14:17 | brenge over datzelve land, en zegge: Zwaard! ga door, door dat 29 Dan 2:7 | male, en zeiden: De koning zegge zijn knechten den droom, 30 Joe 3:10 | sikkelen tot spiesen; de zwakke zegge: Ik ben een held. ~ 31 Luk 14:9 | hem genood heeft, tot u zegge: Geef dezen plaats; en gij 32 Luk 14:10 | genood heeft, hij tot u zegge: Vriend, ga hoger op. Alsdan 33 Joha 8:25| den beginne ulieden ook zegge. ~ 34 1Kor 1:15| 15 Opdat niet iemand zegge, dat ik in mijn naam gedoopt 35 File 1:19| betalen; opdat ik u niet zegge, dat gij ook uzelven mij 36 Jako 1:13| als hij verzocht wordt, zegge: Ik word van God verzocht; 37 Open 22:17| Kom! En die het hoort, zegge: Kom! En die dorst heeft,


Best viewed with any browser at 800x600 or 768x1024 on Tablet PC
IntraText® (V89) - Some rights reserved by EuloTech SRL - 1996-2007. Content in this page is licensed under a Creative Commons License