Book Chapter: Verse
1 Num 30:2 | hebben, zijn ziel met een verbintenis verbindende, zijn woord
2 Num 30:3 | hebben, en zich met een verbintenis in het huis haars vaders
3 Num 30:4 | vader haar gelofte, en haar verbintenis, waarmede zij haar ziel
4 Num 30:4 | geloften bestaan, en alle verbintenis, waarmede zij haar ziel
5 Num 30:10 | heeft, of met een eed door verbintenis haar ziel verbonden heeft; ~
6 Num 30:11 | bestaan, mitsgaders alle verbintenis, waarmede zij haar ziel
7 Num 30:12 | haar gelofte, en van de verbintenis harer ziel, zal bestaan;
8 Num 30:13 | gelofte, en allen eed der verbintenis, om de ziel te verootmoedigen,
9 2Sa 15:12 | offeranden offerde. En de verbintenis werd sterk, en het volk
10 1Kon 15:27| van Issaschar, maakte een verbintenis tegen hem, en Baesa sloeg
11 1Kon 16:9 | der wagenen, maakte een verbintenis tegen hem, als hij te Thirza
12 1Kon 16:16| zeggen: Zimri heeft een verbintenis gemaakt, ja, heeft ook den
13 1Kon 16:20| geschiedenissen van Zimri, en zijn verbintenis, die hij gemaakt heeft,
14 2Kon 9:14| den zoon van Nimsi, een verbintenis tegen Joram. (Joram nu had
15 2Kon 10:9 | rechtvaardig. Ziet, ik heb een verbintenis gemaakt tegen mijn heer,
16 2Kon 12:20| stonden op, en maakten een verbintenis, en sloegen Joas, in het
17 2Kon 13:20| stonden op, en maakten een verbintenis, en sloegen Joas, in het
18 2Kon 15:19| 19 En zij maakten een verbintenis tegen hem te Jeruzalem,
19 2Kon 16:10| zoon van Jabes, maakte een verbintenis tegen hem, en sloeg hem
20 2Kon 16:15| geschiedenissen van Sallum, en zijn verbintenis, die hij maakte, ziet, die
21 2Kon 16:25| zijn hoofdman, maakte een verbintenis tegen hem, en sloeg hem
22 2Kon 16:30| zoon van Ela, maakte een verbintenis tegen Pekah, den zoon van
23 2Kon 19:4 | koning van Assyrie bevond een verbintenis in Hosea, dat hij tot So,
24 2Kon 23:23| knechten van Amon maakten een verbintenis tegen hem, en zij doodden
25 2Kon 23:24| tegen den koning Amon een verbintenis gemaakt hadden; en het volk
26 2Kro 24:21| 21 En zij maakten een verbintenis tegen hem, en stenigden
27 2Kro 24:25| den priester Jojada, een verbintenis tegen hem, en zij sloegen
28 2Kro 24:26| 26 Dezen nu zijn, die een verbintenis tegen hem maakten: Zabad,
29 2Kro 25:27| maakten zij in Jeruzalem een verbintenis tegen hem; doch hij vluchtte
30 2Kro 33:24| zijn knechten maakten een verbintenis tegen hem, en doodden hem
31 2Kro 33:25| sloeg hen allen, die de verbintenis tegen den koning Amon gemaakt
32 Neh 4:8 | maakten allen te zamen een verbintenis, dat zij zouden komen om
33 Jes 8:12 | Gijlieden zult niet zeggen: Een verbintenis, van alles, waar dit volk
34 Jes 8:12 | volk van zegt: Het is een verbintenis; en vreest gijlieden hun
35 Jer 11:9 | HEERE tot mij: Er is een verbintenis bevonden onder de mannen
36 Eze 22:25 | 25 De verbintenis harer profeten is in het
37 Amos 7:10| zeggende: Amos heeft een verbintenis tegen u gemaakt, in het
|