Book Chapter: Verse
1 Num 10:2 | 2 Maak u twee zilveren trompetten; van dicht werk zult gij
2 Num 10:8 | priesters, zullen met die trompetten blazen; en zij zullen ulieden
3 Num 10:9 | benauwt, zult gij ook met die trompetten een gebroken klank maken;
4 Num 10:10 | maanden, zult gij ook met de trompetten blazen over uw brandofferen,
5 Num 31:6 | de heilige vaten, en de trompetten des geklanks in zijn hand. ~
6 2Kon 11:14| wijze, en de oversten en de trompetten bij den koning; en al het
7 2Kon 11:14| was blijde, en blies met trompetten. Toen verscheurde Athalia
8 2Kon 12:13| gaffelen, sprengbekkens, trompetten, noch enig gouden vat, of
9 2Kon 13:13| gaffelen, sprengbekkens, trompetten, noch enig gouden vat, of
10 1Kro 13:8 | en met cimbalen, en met trompetten. ~
11 1Kro 15:24| en Eliezer, de priesters, trompetten met trompetten voor de ark
12 1Kro 15:24| priesters, trompetten met trompetten voor de ark Gods; en Obed-Edom
13 1Kro 15:28| geluid der bazuin, en met trompetten, en met cimbalen, makende
14 1Kro 16:6 | de priesters, steeds met trompetten voor de ark des verbonds
15 1Kro 16:42| waren Heman en Jeduthun, met trompetten en cimbalen voor degenen,
16 2Kro 5:12| priesteren toe, trompettende met trompetten.) ~
17 2Kro 5:13| dan, als zij eenpariglijk trompetten en zongen, om een eenparige
18 2Kro 5:13| zij de stem verhieven met trompetten, en met cimbalen, en andere
19 2Kro 6:12| priesteren toe, trompettende met trompetten.) ~
20 2Kro 6:13| dan, als zij eenpariglijk trompetten en zongen, om een eenparige
21 2Kro 6:13| zij de stem verhieven met trompetten, en met cimbalen, en andere
22 2Kro 8:6 | Hem prees; en de priesters trompetten tegen hen over, en gans
23 2Kro 14:12| en Zijn priesteren met de trompetten des geklanks, om tegen u
24 2Kro 14:14| den HEERE, en de priesters trompetten met de trompetten. ~
25 2Kro 14:14| priesters trompetten met de trompetten. ~
26 2Kro 16:14| gejuich, desgelijks met trompetten en met bazuinen. ~
27 2Kro 21:28| luiten, en met harpen, en met trompetten, tot het huis des HEEREN. ~
28 2Kro 23:26| ingang; en de oversten en de trompetten waren bij den koning; en
29 2Kro 23:26| blijde, en blies met de trompetten; en de zangers waren er
30 2Kro 29:26| en de priesters met de trompetten. ~
31 2Kro 29:27| gezang des HEEREN met de trompetten en met de instrumenten van
32 2Kro 29:28| het gezang zong, en met trompetten trompette; dit alles totdat
33 Ezra 3:10| aangekleed zijnde, met trompetten, en de Levieten, Asafs zonen,
34 Neh 12:35 | de priesters kinderen met trompetten: Zecharja, de zoon van Jonathan,
35 Neh 12:41 | Zacharja, Hananja, met trompetten; ~
36 Psa 98:6 | 6Met trompetten en bazuinengeklank; juicht
37 Matt 6:2 | doet, zo laat voor u niet trompetten, gelijk de geveinsden in
|