Book Chapter: Verse

 1 Exo  16:1 |        is tussen Elim en tussen Sinai, aan den vijftienden dag
 2 Exo  19:1 |       kwamen zij in de woestijn Sinai. ~
 3 Exo  19:2 |        en kwamen in de woestijn Sinai, en zij legerden zich in
 4 Exo  19:11|       volk afkomen, op den berg Sinai. ~
 5 Exo  19:18|             18 En de ganse berg Sinai rookte, omdat de HEERE op
 6 Exo  19:20|    nedergekomen was op den berg Sinai, op de spits des bergs,
 7 Exo  19:23|        Het volk zal op den berg Sinai niet kunnen klimmen, want
 8 Exo  24:16|       HEEREN woonde op den berg Sinai, en de wolk bedekte hem
 9 Exo  31:18|         Hij met hem op den berg Sinai te spreken geeindigd had,
10 Exo  34:25|         morgenstond op den berg Sinai klimt, en stel u aldaar
11 Exo  34:27|         op, en klom op den berg Sinai, gelijk als hem de HEERE
12 Exo  34:52|         toen Mozes van den berg Sinai afging (de twee tafelen
13 Exo  34:55|       gesproken had op den berg Sinai. ~
14 Lev   7:38|         HEERE Mozes op den berg Sinai geboden heeft, ten dage
15 Lev   7:38|       HEERE, in de woestijn van Sinai, zouden offeren. ~  ~
16 Lev  24:1 |         tot Mozes, aan den berg Sinai, zeggende: ~
17 Lev  25:46|   kinderen Israels, op den berg Sinai, door de hand van Mozes. ~
18 Lev  26:34|   kinderen Israels, op den berg Sinai. ~
19 Num   1:1 |       Mozes, in de woestijn van Sinai, in de tent der samenkomst,
20 Num   1:19|       geteld in de woestijn van Sinai. ~
21 Num   3:1 |     gesproken heeft op den berg Sinai. ~
22 Num   3:4 |       HEEREN in de woestijn van Sinai brachten, en hadden geen
23 Num   3:14|        Mozes in de woestijn van Sinai, zeggende: ~
24 Num   9:1 |        Mozes in de woestijn van Sinai, in het tweede jaar, nadat
25 Num   9:5 |     avonden, in de woestijn van Sinai; naar alles wat de HEERE
26 Num  10:12|        tochten, uit de woestijn Sinai; en de wolk bleef in de
27 Num  26:64|       telden in de woestijn van Sinai. ~
28 Num  28:6 | brandoffer, hetwelk op den berg Sinai ingesteld was tot een liefelijken
29 Num  32:15|         zich in de woestijn van Sinai. ~
30 Num  32:16|  verreisden uit de woestijn van Sinai, en legerden zich in Kibroth-Thaava. ~
31 Deu  33:2 |      zeide dan: De HEERE is van Sinai gekomen, en is hunlieden
32 Ric   4:29|    aangezicht des HEEREN; zelfs Sinai van het aangezicht des HEEREN,
33 Neh   9:13|         neergedaald op den berg Sinai, en hebt met hen gesproken
34 Psa  68:9 |      Gods aanschijn; zelfs deze Sinai, voor het aanschijn Gods,
35 Psa  68:18|         Heere is onder hen, een Sinai in heiligheid! ~
36 Gal   4:24| verbonden; het ene van den berg Sinai, tot dienstbaarheid barende,
37 Gal   4:25|     Want dit, namelijk Agar, is Sinai, een berg in Arabie, en