Book Chapter: Verse
1 Gen 13:16 | tellen, zal ook uw zaad geteld worden. ~
2 Gen 15:10 | vanwege de menigte niet zal geteld worden. ~
3 Gen 29:12 | vanwege de menigte niet geteld kan worden! ~
4 Exo 38:21 | tabernakel der getuigenis, die geteld zijn naar den mond van Mozes,
5 Num 1:19 | geboden had, zo heeft hij hen geteld in de woestijn van Sinai. ~
6 Num 1:44 | de getelden, welke Mozes geteld heeft, en Aaron, en de oversten
7 Num 1:47 | vaderen, werden onder hen niet geteld. ~
8 Num 2:33 | de Levieten werden niet geteld onder de zonen van Israel,
9 Num 3:39 | HEEREN, naar hun geslachten, geteld hebben, al wat mannelijk
10 Num 4:37 | diende, welke Mozes en Aaron geteld hebben, naar het bevel des
11 Num 4:45 | Merari, welke Mozes en Aaron geteld hebben, naar het bevel des
12 Num 4:46 | en de oversten van Israel geteld hebben van de Levieten,
13 Num 26:62 | want dezen werden niet geteld onder de kinderen Israels,
14 Ric 19:15 | Benjamin werden te dien dage geteld uit de steden, zes en twintig
15 Ric 19:15 | dat de inwoners van Gibea geteld werden, zevenhonderd uitgelezene
16 Ric 19:17 | mannen van Israel werden geteld, behalve Benjamin, vierhonderd
17 Ric 20:9 | 9 Want het volk werd geteld, en ziet, er was niemand
18 2Sa 24:10 | hem, nadat hij het volk geteld had; en David zeide tot
19 1Kon 3:8 | groot volk, hetwelk niet kan geteld noch gerekend worden, vanwege
20 1Kon 8:5 | vanwege de menigte niet konden geteld, noch gerekend worden. ~
21 1Kro 5:17| naar hun geslachtsregisters geteld, in de dagen van Jotham,
22 1Kro 7:40| werden in geslachtsregisters geteld ten heire in den krijg;
23 1Kro 9:1 | werd in geslachtsregisters geteld, en ziet, zij zijn geschreven
24 1Kro 24:3 | 3 En de Levieten werden geteld, van dertig jaren af en
25 1Kro 24:27| werden de kinderen van Levi geteld, van twintig jaren oud en
26 1Kro 26:1 | zouden; en die onder hen geteld werden, waren mannen, bekwaam
27 2Kro 2:17| dewelke zijn vader David die geteld had; en er werden gevonden
28 2Kro 5:6 | vanwege de menigte niet konden geteld noch gerekend worden. ~
29 2Kro 6:6 | vanwege de menigte niet konden geteld noch gerekend worden. ~
30 Psa 56:9 | Gij hebt mijn omzwerven geteld; leg mijn tranen in uw fles;
31 Pred 1:15| hetgeen ontbreekt, kan niet geteld worden. ~
32 Jes 53:12 | en met de overtreders is geteld geweest, en Hij veler
33 Jer 33:22 | het heir des hemels niet geteld, en het zand der zee niet
34 Dan 5:26 | God heeft uw koninkrijk geteld, en Hij heeft het voleind. ~
35 Hos 1:10 | zee, dat niet gemeten noch geteld kan worden; en het zal geschieden,
36 Matt 10:30| haren des hoofds zijn alle geteld. ~
37 Luk 12:7 | haren uws hoofds zijn alle geteld. Vreest dan niet; gij gaat
|