Table of Contents | Words: Alphabetical - Frequency - Inverse - Length - Statistics | Help | IntraText Library
Alphabetical    [«  »]
diegenen 1
dien 1059
dienaar 29
dienaars 37
dienaren 18
dienares 4
diende 28
Frequency    [«  »]
37 56
37 blijde
37 daaruit
37 dienaars
37 elkeen
37 geboomte
37 gelaten

Bijbel

IntraText - Concordances

dienaars

   Book Chapter: Verse
1 Gen 37:10 | was zeer vertoornd op zijn dienaars, en leverde mij in bewaring 2 2Kon 21:6 | gehoord hebt, waarmede Mij de dienaars van den koning van Assyrie 3 1Kro 16:4 | sommigen uit de Levieten tot dienaars, en dat, om den HEERE, den 4 2Kro 29:11| dienen; en opdat gij Hem dienaars en wierokers zoudt wezen. ~ 5 Ezra 7:24| poortiers, Nethinim en dienaars van het huis dezes Gods, 6 Ezra 8:17| Chasifja, dat zij ons brachten dienaars voor het huis onzes Gods. ~ 7 Est 30:3 | jongelingen des konings, zijn dienaars, zeiden: Aan hem is niets 8 Psa 103:21 | Zijn heirscharen! gij Zijn dienaars, die Zijn welbehagen doet! ~ 9 Psa 104:4 | Zijn engelen geesten, Zijn dienaars tot een vlammend vuur. ~ 10 Spre 29:12| leugentaal acht geeft, al zijn dienaars zijn goddeloos. ~ 11 Jes 37:6 | gehoord hebt, waarmede Mij de dienaars des konings van      Assyrie 12 Eze 45:5 | zullen de Levieten, die dienaars des huizes, ook de lengte 13 Eze 46:24 | zijn de keukens, alwaar de dienaars des huizes het slachtoffer 14 Joe 1:9 | de priesters, des HEEREN dienaars, treuren. 15 Joe 1:13 | gij priesters! huilt, gij dienaars des altaars! gaat in, vernacht 16 Joe 1:13 | vernacht in zakken, gij dienaars mijns Gods! want spijsoffer 17 Joe 2:17 | de priesters, des HEEREN dienaars, wenen tussen het voorhuis 18 Matt 22:13| Toen zeide de koning tot de dienaars: Bindt zijn handen en voeten, 19 Mark 14:65| zeggen: Profeteer! En de dienaars gaven Hem kinnebakslagen. ~ 20 Luk 1:2 | beginne zelven aanschouwers en dienaars des Woords geweest zijn; ~ 21 Joha 2:5 | Zijn moeder zeide tot de dienaars: Zo wat Hij ulieden zal 22 Joha 7:45| 45 De dienaars dan kwamen tot de overpriesters 23 Joha 7:46| 46 De dienaars antwoordden: Nooit heeft 24 Joha 18:3 | krijgsknechten en enige dienaars van de overpriesters en 25 Joha 18:12| overste over duizend, en de dienaars der Joden namen Jezus gezamenlijk, 26 Joha 18:18| de dienstknechten en de dienaars stonden, hebbende een kolenvuur 27 Joha 19:6 | dan de overpriesters en de dienaars zagen, riepen zij, zeggende: 28 Rom 13:6 | schattingen; want zij zijn dienaars van God, in ditzelve geduriglijk 29 1Kor 3:5 | wie is Apollos, anders dan dienaars, door welken gij geloofd 30 1Kor 4:1 | ons een ieder mens, als dienaars van Christus, en uitdelers 31 2Kor 3:6 | gemaakt heeft, om te zijn dienaars des Nieuwen Testaments, 32 2Kor 4:5 | en onszelven, dat wij uw dienaars zijn om Jezus' wil. ~ 33 2Kor 6:4 | 4 Maar wij, als dienaars van God, maken onszelven 34 2Kor 11:15| groots, indien ook zijn dienaars zich veranderen, als waren 35 2Kor 11:15| veranderen, als waren zij dienaars der gerechtigheid; van welke 36 2Kor 11:23| 23 Zijn zij dienaars van Christus? (ik spreek 37 Heb 1:7 | engelen maakt geesten, en Zijn dienaars een vlam des vuurs. ~


Best viewed with any browser at 800x600 or 768x1024 on Tablet PC
IntraText® (V89) - Some rights reserved by EuloTech SRL - 1996-2007. Content in this page is licensed under a Creative Commons License