Book Chapter: Verse
1 Gen 3:19 | aarde wederkeert, dewijl gij daaruit genomen zijt; want gij zijt
2 Exo 30:19 | Aaron en zijn zonen zich daaruit wassen, hun handen en voeten. ~
3 Exo 30:35 | zult een reukwerk ener zalf daaruit maken, naar het werk des
4 Exo 32:4 | maakte een gegoten kalf daaruit. Toen zeiden zij: Dit zijn
5 Exo 33:4 | maakte een gegoten kalf daaruit. Toen zeiden zij: Dit zijn
6 Exo 40:31 | Aaron, en zijn zonen wiesen daaruit hun handen en hun voeten. ~
7 Joz 25:5 | heb; en daarna leidde Ik u daaruit. ~
8 1Sa 17:49 | tas, en hij nam een steen daaruit, en hij slingerde, en trof
9 2Sa 14:13 | tegen Gods volk gedaan? Want daaruit, dat de koning dit woord
10 2Kon 3:27| brandoffer op den muur. Daaruit werd een zeer grote toorn
11 Job 14:19 | het gewas, dat van zelf daaruit voortkomt; alzo verderft
12 Psa 75:9 | mengeling, en Hij schenkt daaruit; doch alle goddelozen der
13 Spre 4:23| wat te bewaren is, want daaruit zijn de uitgangen des levens. ~
14 Jes 13:9 | verwoesting, en deszelfs zondaars daaruit te verdelgen. ~
15 Jes 34:1 | volheid, de wereld en al wat daaruit voortkomt. ~
16 Jes 42:5 | uitgespannen heeft, en wat daaruit voortkomt; Die den volke,
17 Jer 30:7 | voor Jakob; nog zal hij daaruit verlost worden. ~
18 Jer 49:19 | zal hem in een ogenblik daaruit doen lopen; en wie daartoe
19 Jer 50:44 | zal hen in een ogenblik daaruit doen lopen; en wie daartoe
20 Eze 5:4 | ze verbranden met vuur; daaruit zal voortkomen een vuur
21 Eze 14:13 | honger daarin zenden, dat Ik daaruit mensen en beesten uitroeie; ~
22 Eze 14:21 | tegen Jeruzalem, om daaruit mensen en beesten uit te
23 Eze 24:6 | uitgegaan! trek stuk bij stuk daaruit, en laat het lot over
24 Dan 5:3 | en zijn bijwijven dronken daaruit. ~
25 Matt 26:27| zeggende: Drinkt allen daaruit; ~
26 Mark 13:25| sterren des hemels zulen daaruit vallen, en de krachten,
27 Luk 5:2 | liggende, en de vissers waren daaruit gegaan, en spoelden de netten. ~
28 Luk 21:21 | van dezelve zijn, dat zij daaruit trekken; en die op de velden
29 Joha 4:12| heeft, en hijzelf heeft daaruit gedronken, en zijn kinderen
30 Joha 6:39| Hij Mij gegeven heeft, Ik daaruit niet verlieze, maar hetzelve
31 Hand 7:17| heeft hen met een hogen arm daaruit geleid. ~
32 Hand 10:10| Macedonie te reizen, besluitende daaruit, dat ons de Heere geroepen
33 Hand 10:37| werpen zij ons nu heimelijk daaruit? Niet alzo; maar dat zij
34 Rom 3:8 | kwade doen, opdat het goede daaruit kome? Welker verdoemenis
35 1Tim 6:7 | wij ook niet kunnen iets daaruit dragen. ~
36 2Pet 2:7 | der gruwelijken mensen, daaruit verlost heeft; ~
37 Open 3:12| Gods, en hij zal niet meer daaruit gaan; en Ik zal op hem schrijven
|