Book Chapter: Verse
1 Gen 23:56 | 56 Maar hij zeide tot hen:
2 Gen 37:56 | 56 Als dan honger over het
3 Lev 13:56 | 56 Indien nu de priester merken
4 Lev 14:56 | 56 Mitsgaders voor gezwel,
5 Num 7:56 | 56 Een reukschaal van tien
6 Num 26:56 | 56 Naar het lot zal elks erfenis
7 Num 32:56 | 56 En het zal geschieden, dat
8 Deu 28:56 | 56 Aangaande de tedere en wellustige
9 Joz 15:56 | 56 En Jizreel, en Jokdeam,
10 Ric 8:56 | 56 Alzo deed God wederkeren
11 1Sa 17:56 | 56 De koning nu zeide: Vraag
12 1Kon 8:56 | 56 Geloofd zij de HEERE, Die
13 1Kro 6:56 | 56 Maar het veld der stad,
14 Ezra 2:56 | 56 De kinderen van Jaala, de
15 Neh 7:56 | 56 De kinderen van Neziah,
16 Psa 56 | 56 ~
17 Psa 78:56 | 56 Maar zij verzochten en verbitterden
18 Psa 119:56 | 56 Dat is mij geschied, omdat
19 Jes 57 | 56 ~
20 Jer 51:56 | 56 Want de verstoorder
21 Klaa 1:100| 56 Koph. Gij hebt mijn
22 Eze 16:56 | 56 Ja, uw zuster Sodom
23 Matt 13:56 | 56 En Zijn zusters, zijn zij
24 Matt 26:56 | 56 Doch dit alles is geschied,
25 Matt 27:56 | 56 Onder dewelke was Maria
26 Mark 6:56 | 56 En zo waar Hij kwam, in
27 Mark 14:56 | 56 Want velen getuigden valselijk
28 Luk 1:56 | 56 En Maria bleef bij haar
29 Luk 8:56 | 56 En haar ouders ontzetten
30 Luk 9:56 | 56 Want de Zoon des mensen
31 Luk 12:56 | 56 Gij geveinsden, het aanschijn
32 Luk 22:56 | 56 En een zekere dienstmaagd,
33 Luk 23:56 | 56 En wedergekeerd zijnde,
34 Joha 6:56 | 56 Die Mijn vlees eet, en Mijn
35 Joha 8:56 | 56 Abraham, uw vader, heeft
36 Joha 11:56 | 56 Zij zochten dan Jezus, en
37 1Kor 15:56 | 56 De prikkel nu des doods
|