Book Chapter: Verse

 1 Gen   1:31 |    het was morgen geweest, de zesde dag. ~
 2 Exo  26:9  |    gordijnen bijzonder; en de zesde dezer gordijnen zult gij
 3 Lev  24:21 |  zegen gebieden over u in het zesde jaar, dat het de inkomst
 4 Joz  19:32 |                        32 Het zesde lot ging uit voor de kinderen
 5 2Sa   3:5  |                       5 En de zesde, Jithream, van Egla, Davids
 6 2Kon  20:10|  einde van drie jaren, in het zesde jaar van Hizkia; het was
 7 1Kro   2:15|                  15 Ozem, den zesde, David, den zevende. ~
 8 1Kro   3:3 |       Sefatja, van Abital; de zesde Jithream, van zijn huisvrouw
 9 1Kro  12:11|                   11 Attai de zesde; Eliel de zevende; ~
10 1Kro  25:9 |      vijfde voor Malchia, het zesde voor Mijamin, ~
11 1Kro  26:13|                        13 Het zesde voor Bukkia; zijn zonen
12 1Kro  27:3 |    Elam de vijfde, Johanan de zesde, Eljoenai de zevende. ~
13 1Kro  27:5 |                   5 Ammiel de zesde, Issaschar de zevende, Peullethai
14 1Kro  28:9 |                          9 De zesde, in de zesde maand, was
15 1Kro  28:9 |             9 De zesde, in de zesde maand, was Ira, de zoon
16 Ezra   6:15|  maand Adar; datzelve was het zesde jaar van het koninkrijk
17 Neh   3:30 |  Hanun, de zoon van Zalaf, de zesde, een andere maat. Na hem
18 Eze   4:11 |      zekere maat drinken, het zesde deel van een hin; van tijd
19 Eze   8:1  |      Het geschiedde nu in het zesde jaar, in de zesde maand,
20 Eze   8:1  |      in het zesde jaar, in de zesde maand, op den vijfden der
21 Eze  45:13 |   gijlieden offeren zult: het zesde deel van een efa van een
22 Eze  45:13 |       tarwe; ook zult gij het zesde deel van een efa geven van
23 Eze  46:14 | daarop doen, alle morgens een zesde deel van een efa, en olie
24 Matt  20:5 |   uitgegaan zijnde omtrent de zesde en negende ure, deed hij
25 Matt  27:45|                  45 En van de zesde ure aan werd er duisternis
26 Mark  15:33|                  33 En als de zesde ure gekomen was, werd er
27 Luk   1:26 |                   26 En in de zesde maand werd de engel Gabriel
28 Luk   1:36 |  onvruchtbaar genaamd was, de zesde. ~
29 Luk  23:44 |      44 En het was omtrent de zesde ure, en er werd duisternis
30 Joha   4:6 |   fontein. Het was omtrent de zesde ure. ~
31 Joha  19:14|     het pascha, en omtrent de zesde ure; en hij zeide tot de
32 Hand   5:9 |      om te bidden, omtrent de zesde ure. ~
33 Open   6:12|       En ik zag, toen Het het zesde zegel geopend had, en ziet,
34 Open   9:13|                      13 En de zesde engel heeft gebazuind, en
35 Open  16:12|                      12 En de zesde engel goot zijn fiool uit
36 Open  21:20|      Het vijfde Sardonix, het zesde Sardius, het zevende Chrysoliet,