Book Chapter: Verse
1 Gen 4:14 | Zie, Gij hebt mij heden verdreven van den aardbodem, en ik
2 Num 31:74 | aangezicht uit de bezitting zal verdreven hebben. ~
3 Num 31:92 | en namen dat in, en zij verdreven de Amorieten, die daarin
4 Deu 2:12 | maar de kinderen van Ezau verdreven hen uit de bezitting en
5 Deu 2:21 | zij hen uit de bezitting verdreven, en aan hunlieder plaats
6 Deu 2:22 | Horieten verdelgde; en zij verdreven hen uit de bezitting, en
7 Joz 13:12 | heeft verslagen, en heeft ze verdreven. ~
8 Joz 13:13 | Doch de kinderen Israels verdreven de Gezurieten en de Maachathieten
9 Joz 16:10 | 10 En zij verdreven de Kanaanieten niet, die
10 Joz 17:13 | Kanaanieten cijnsbaar; maar zij verdreven hen niet ganselijk. ~
11 Joz 24:9 | heeft van uw aangezicht verdreven grote en machtige volken;
12 Ric 1:21 | Jeruzalem wonende, niet verdreven; maar de Jebusieten woonden
13 Ric 1:32 | het land woonden; want zij verdreven hen niet. ~
14 Ric 10:23 | Israel uit de bezitting verdreven; en zoudt gij hunlieder
15 1Kon 14:24| Israels uit de bezitting verdreven had. ~
16 1Kon 21:26| Israels uit de bezitting verdreven had. ~
17 2Kon 17:3 | voor de kinderen Israels verdreven had. ~
18 2Kon 18:3 | voor de kinderen Israels verdreven had. ~
19 2Kon 19:8 | aangezicht der kinderen Israels verdreven had, en der koningen van
20 2Kon 23:2 | Israels uit de bezitting verdreven had. ~
21 1Kro 8:13| hebben de inwoners van Gath verdreven. ~
22 1Kro 12:15| aan al haar oevers; en zij verdreven al de inwoners der laagten,
23 2Kro 21:7 | aangezicht van Uw volk Israel verdreven, en dat aan het zaad van
24 2Kro 28:3 | Israels uit de bezitting verdreven had. ~
25 2Kro 33:2 | Israels uit de bezitting verdreven had. ~
26 Job 6:13 | en is de wijsheid uit mij verdreven? ~
27 Psa 44:3 | Uw hand uit de bezitting verdreven, maar henlieden geplant;
28 Psa 68:3 | verdrijven, gelijk rook verdreven wordt; gelijk was voor het
29 Psa 80:9 | overgebracht, hebt de heidenen verdreven, en hebt denzelven geplant; ~
30 Psa 140:12 | jagen, totdat hij geheel verdreven is. ~
31 Jes 4:4 | bloedschulden van Jeruzalem zal verdreven hebben uit derzelver midden,
32 Jer 23:2 | schapen verstrooid, en hebt ze verdreven, en hebt ze niet bezocht;
33 Jer 23:3 | landen, waarhenen Ik ze verdreven heb; en Ik zal ze wederbrengen
34 Jer 32:37 | landen, waarhenen Ik hen zal verdreven hebben in Mijn toorn, en
35 Jer 51:34 | lekkernijen; hij heeft mij verdreven. ~
36 Mic 4:6 | verzamelen, en haar, die verdreven was, vergaderen, en die
|