Book Chapter: Verse
1 Gen 6:3 | Geest zal niet in eeuwigheid twisten met den mens, dewijl hij
2 Exo 21:18 | 18 En wanneer mannen twisten, en de een slaat den ander
3 Deu 25:11 | mannen, de een met den ander, twisten, en de vrouw des enen toetreedt,
4 Ric 5:31 | Zult gij voor den Baal twisten; zult gij hem verlossen?
5 Ric 5:31 | verlossen? Die voor hem zal twisten, zal nog dezen morgen gedood
6 1Sa 2:10 | 10 Die met den HEERE twisten, zullen verpletterd worden;
7 1Sa 24:16 | tussen u, en zien daarin, en twisten mijn twist, en richten mij
8 2Sa 22:44 | Gij mij uitgeholpen van de twisten mijns volks, Gij hebt mij
9 Job 9:3 | lust heeft, om met hem te twisten, niet een uit duizend zal
10 Job 13:8 | aannemen? Zult gij voor God twisten? ~
11 Job 23:6 | grootheid Zijner macht met mij twisten? Neen; maar Hij zou acht
12 Job 38:35 | 35 Is het twisten met den Almachtige onderrichten?
13 Psa 18:44 | hebt mij uitgeholpen van de twisten des volks; Gij hebt mij
14 Psa 103:9 | 9 Hij zal niet altoos twisten, noch eeuwiglijk den toorn
15 Spre 6:14| aller tijd kwaad; hij werpt twisten in. ~
16 Spre 22:23| HEERE zal hun twistzaak twisten, en Hij zal dengenen, die
17 Spre 23:11| zal hun twistzaak tegen u twisten. ~
18 Spre 25:8 | niet haastelijk voort om te twisten, opdat gij misschien in
19 Jes 41:11 | en die lieden, die met u twisten, zullen vergaan. ~
20 Jes 49:25 | want met uw twisters zal Ik twisten, en uw kinderen zal
21 Jes 50:8 | rechtvaardigt, wie zal met Mij twisten? Laat ons te zamen staan;
22 Jes 51:22 | God, Die Zijns volks zaak twisten zal: Zie, Ik neem den beker
23 Jes 58:16 | Want Ik zal niet eeuwiglijk twisten, en Ik zal niet geduriglijk
24 Jer 2:9 | Daarom zal Ik nog met ulieden twisten, spreekt de HEERE; ja, met
25 Jer 2:9 | uw kindskinderen zal Ik twisten. ~
26 Jer 12:1 | wanneer ik tegen U zou twisten; ik zal nochtans van Uw
27 Jer 50:34 | zal hun twist zekerlijk twisten, opdat Hij het land in rust
28 Jer 51:36 | HEERE: Ziet, Ik zal uw twist twisten, en uw wraak wreken; en
29 Hos 4:4 | als die met den priester twisten. ~
30 Amos 7:4 | riep uit, dat Hij wilde twisten met vuur; en het verteerde
31 Matt 12:19| 19 Hij zal niet twisten, noch roepen, noch zal er
32 Mark 8:11| en begonnen met Hem te twisten, begerende van Hem een teken
33 1Kor 1:11| huisgezin van Chloe zijn, dat er twisten onder u zijn. ~
34 2Kor 12:20| dat er niet enigszins zijn twisten, nijdigheden, toorn, gekijf,
35 Gal 5:20 | venijngeving, vijandschappen, twisten, afgunstigheden, toorn,
36 2Tim 2:24| dienstknecht des Heeren moet niet twisten, maar vriendelijk zijn jegens
|