Table of Contents | Words: Alphabetical - Frequency - Inverse - Length - Statistics | Help | IntraText Library
Alphabetical    [«  »]
kaleb-efratha 1
kalebiet 1
kalen 2
kalf 36
kalfs 1
kalft 1
kalk 9
Frequency    [«  »]
36 have
36 hesbon
36 kaleb
36 kalf
36 kloeke
36 leden
36 negen

Bijbel

IntraText - Concordances

kalf

   Book Chapter: Verse
1 Gen 17:7 | runderen, en hij nam een kalf, teder en goed, en hij gaf 2 Gen 17:8 | nam boter en melk, en het kalf, dat hij toegemaakt had, 3 Exo 32:4 | en hij maakte een gegoten kalf daaruit. Toen zeiden zij: 4 Exo 32:8 | hebben zich een gegoten kalf gemaakt; en zij hebben zich 5 Exo 32:19| het leger naderde, en het kalf, en de reien zag, dat de 6 Exo 32:20| 20 En hij nam dat kalf, dat zij gemaakt hadden, 7 Exo 32:24| het in het vuur, en dit kalf is er uit gekomen. ~ 8 Exo 32:35| dit volk, omdat zij dat kalf gemaakt hadden, hetwelk 9 Exo 33:4 | en hij maakte een gegoten kalf daaruit. Toen zeiden zij: 10 Exo 33:8 | hebben zich een gegoten kalf gemaakt; en zij hebben zich 11 Exo 33:19| het leger naderde, en het kalf, en de reien zag, dat de 12 Exo 33:20| 20 En hij nam dat kalf, dat zij gemaakt hadden, 13 Exo 33:24| het in het vuur, en dit kalf is er uit gekomen. ~ 14 Exo 33:35| dit volk, omdat zij dat kalf gemaakt hadden, hetwelk 15 Lev 9:2 | zeide tot Aaron: Neem u een kalf, een jong rund, ten zondoffer, 16 Lev 9:3 | geitenbok ten zondoffer, en een kalf, en een lam, eenjarig, volkomen, 17 Lev 9:8 | altaar, en slachtte het kalf des zondoffers, dat voor 18 Deu 9:16| gij hadt u een gegoten kalf gemaakt; gij waart haastelijk 19 Deu 9:21| 21 Maar uw zonde, het kalf, dat gij hadt gemaakt, nam 20 Ric 13:18| tot hen: Zo gij met mijn kalf niet hadt geploegd, gij 21 1Sa 16:2 | zeide de HEERE: Neem een kalf van de runderen met u, en 22 1Sa 28:24| de vrouw had een gemest kalf in het huis; en zij haastte 23 Neh 9:18| als zij zich een gegoten kalf gemaakt hadden, en gezegd: 24 Psa 29:6 | doet ze huppelen als een kalf, de Libanon en Sirjon als 25 Psa 106:19| 19 Zij maakten een kalf bij Horeb, en zij bogen 26 Jes 11:6 | geitenbok nederliggen; en het kalf, en de jonge leeuw, en het 27 Jer 31:18| geworden als een ongewend kalf. Bekeer mij, zo zal ik bekeerd 28 Jer 34:18| gemaakt hadden, met het      kalf, dat zij in tweeen hadden 29 Eze 1:7 | gelijk de voetplanten van een kalf, en glinsterden gelijk de 30 Hos 8:5 | 5      Uw kalf, o Samaria! heeft u verstoten; 31 Hos 8:6 | tot stukken worden, het kalf van Samaria. ~ 32 Hos 10:5 | verschrikt zijn over het kalf van Beth-Aven; want zijn 33 Luk 15:23| 23 En brengt het gemeste kalf, en slacht het; en laat 34 Luk 15:27| vader heeft het gemeste kalf geslacht, omdat hij hem 35 Luk 15:30| hebt gij hem het gemeste kalf geslacht. ~ 36 Open 4:7| en het tweede dier een kalf gelijk, en het derde dier


Best viewed with any browser at 800x600 or 768x1024 on Tablet PC
IntraText® (V89) - Some rights reserved by EuloTech SRL - 1996-2007. Content in this page is licensed under a Creative Commons License