Book Chapter: Verse
1 Gen 2:14 | rivier is Hiddekel; deze is gaande naar het oosten van Assur.
2 Gen 8:5 | 5 En de wateren waren gaande, en afnemende tot de tiende
3 Gen 12:9 | 9 Daarna vertrok Abram, gaande en trekkende naar het zuiden. ~
4 Exo 19:19 | Toen het geluid der bazuin gaande was, en zeer sterk werd,
5 Lev 11:27 | gedierte, op vier voeten gaande, die zullen u onrein zijn;
6 Num 16:46 | reukwerk daarop, haastelijk gaande tot de vergadering, doe
7 Ric 13:9 | handen, en ging voort, al gaande en etende; en hij ging tot
8 1Sa 17:41 | Filistijn ging ook heen, gaande en naderende tot David,
9 2Sa 3:16 | haar man ging met haar, al gaande en wenende achter haar,
10 2Sa 15:11 | mannen, genodigd zijnde, doch gaande in hun eenvoudigheid, want
11 1Kon 13:17| gij zult niet wederkeren, gaande door den weg, door denwelken
12 2Kon 2:11| gebeurde, als zij voortgingen, gaande en sprekende, ziet, zo was
13 2Kon 25:8 | linkerhand was, in de stadspoort gaande. ~
14 Ezra 8:15| vergaderde hen aan de rivier, gaande naar Ahava, en wij legerden
15 Psa 126:6 | men zaaien zal, gaat al gaande en wenende; maar voorzeker
16 Pred 1:7 | beken heengaan, derwaarts gaande keren zij weder. ~
17 Pred 5:14| zal hij naakt wederkeren, gaande gelijk hij gekomen was;
18 Pred 10:7 | paard gezien, en vorsten, gaande als knechten op de aarde. ~
19 Jes 2:21 | 21 Gaande in de reten der rotsen en
20 Jes 3:16 | en lonken met de ogen, al gaande en trippelende daarhenen
21 Jes 20:2 | voeten. En hij deed alzo, gaande naakt en barrevoets. ~
22 Jer 41:6 | van Mizpa hun tegemoet, al gaande en wenende; en het geschiedde,
23 Jer 44:3 | hebben, om Mij te tergen, gaande om te roken en andere goden
24 Jona 1:3 | Jafo, en vond een schip, gaande naar Tarsis, en hij gaf
25 Matt 15:21| 21 En Jezus van daar gaande, vertrok naar de delen van
26 Matt 21:28| mens had twee zonen, en gaande tot den eersten, zeide:
27 Matt 21:30| 30 En gaande tot den tweeden, zeide desgelijks,
28 Matt 26:75| verloochenen. En naar buiten gaande, weende hij bitterlijk. ~ ~
29 Mark 1:31| 31 En Hij, tot haar gaande, vatte haar hand, en richtte
30 Mark 2:23| discipelen begonnen, al gaande, aren te plukken. ~
31 Mark 10:32| En zij waren op den weg, gaande op naar Jeruzalem; en Jezus
32 Luk 10:34 | 34 En hij, tot hem gaande, verbond zijn wonden, gietende
33 Luk 14:31 | 31 Of wat koning, gaande naar den krijg, om tegen
34 Luk 22:62 | 62 En Petrus, naar buiten gaande, weende bitterlijk. ~
35 Joha 8:59| en ging uit den tempel, gaande door het midden van hen;
36 Hand 7:11| en duisternis: en rondom gaande, zocht hij, die hem met
|