Book Chapter: Verse

 1 Ric   8:15 |         doornenbos, en vertere de cederen van de Libanon. ~
 2 2Sa   7:2  |          Zie toch, ik woon in een cederen huis, en de ark Gods woont
 3 2Sa   7:7  |     Waarom bouwt gij Mij niet een cederen huis? ~
 4 1Kon   5:6 |         Zo gebied nu, dat men mij cederen uit den Libanon houwe, en
 5 1Kon   6:9 |         met gewelven en rijen van cederen. ~
 6 1Kon   6:15|           het huis van binnen met cederen planken; van den vloer des
 7 1Kon   6:16|      bouwde hij twintig ellen met cederen planken aan de zijden van
 8 1Kon   6:20|        goud; ook overtoog hij het cederen altaar. ~
 9 1Kon   6:36|       gehouwen stenen, en een rij cederen balken. ~
10 1Kon   7:2 |         hoogte, op vier rijen van cederen pilaren, en cederen balken
11 1Kon   7:2 |           van cederen pilaren, en cederen balken op de pilaren. ~
12 1Kon   7:11|          winkelmaten gehouwen, en cederen. ~
13 1Kon   7:12|           stenen, met een rij van cederen balken. Zo was het met het
14 1Kon  10:27|         te zijn als stenen, en de cederen maakte hij te zijn als de
15 1Kro  17:1 |        zeide: Zie, ik woon in een cederen huis, maar de ark des verbonds
16 1Kro  17:6 |          bouwt gijlieden Mij geen cederen huis? ~
17 2Kro   1:15|         te zijn als stenen, en de cederen maakte hij te zijn als wilde
18 2Kro   2:3 |          gedaan hebt, en hebt hem cederen gezonden, om voor hem een
19 2Kro   2:8 |                    8 Zend mij ook cederen, dennen, en algummimhout
20 2Kro  10:27|         te zijn als stenen, en de cederen maakte hij te zijn als de
21 Psa  29:5  |         stem des HEEREN breekt de cederen; ja, de HEERE verbreekt
22 Psa  29:5  |         ja, de HEERE verbreekt de cederen van Libanon. ~
23 Hoo   1:17 |          balken onzer huizen zijn cederen, onze galerijen zijn cypressen. ~  ~ ~
24 Hoo   5:15 |       Libanon, uitverkoren als de cederen. ~
25 Hoo   8:9  |          haar rondom bezetten met cederen planken. ~
26 Jes   2:13 |      tegen alle hoge en verhevene cederen van Libanon, en tegen alle
27 Jes   9:9  | afgehouwen, maar wij zullen ze in cederen veranderen; ~
28 Jes  14:8  |           de dennen over u, en de cederen van Libanon, zeggende: Sinds
29 Jes  44:14 |              14      Als hij zich cederen afhouwt, zo neemt hij een
30 Jer  22:7  |          die zullen uw uitgelezen cederen omhouwen, en in het vuur
31 Jer  22:23 |           Libanon woont, en in de cederen nestelt! hoe begenadigd
32 Eze  27:5  |         Senir gebouwd; zij hebben cederen van den Libanon gehaald,
33 Eze  31:8  |                         8      De cederen in Gods hof verduisterden
34 Amos   2:9 |      hoogte was als de hoogte der cederen, en hij was sterk als de
35 Zac  11:1  |        Libanon! opdat het vuur uw cederen vertere. ~
36 Zac  11:2  |      Huilt, gij dennen! dewijl de cederen gevallen zijn, dewijl die