Book Chapter: Verse
1 Gen 31:30 | en tot Levi: Gij hebt mij beroerd, mits mij stinkende te maken
2 Deu 28:25 | alle koninkrijken der aarde beroerd worden. ~
3 Joz 7:25 | zeide: Hoe hebt gij ons beroerd? De HEERE zal u beroeren
4 Rut 1:19 | de ganse stad over haar beroerd werd, en zij zeiden: Is
5 1Sa 14:15 | zelven; ja, het land werd beroerd, want het was een beving
6 1Sa 14:29 | Mijn vader heeft het land beroerd; zie toch, hoe mijn ogen
7 2Sa 18:33 | Toen werd de koning zeer beroerd, en ging op naar de opperzaal
8 1Kon 18:18| hij: Ik heb Israel niet beroerd, maar gij en uws vaders
9 Job 4:5 | raakt tot u, en gij wordt beroerd. ~
10 Job 21:6 | daaraan gedenk, zo word ik beroerd, en mijn vlees heeft een
11 Job 22:10 | vervaardheid heeft u haastelijk beroerd. ~
12 Job 23:15 | ik voor Zijn aangezicht beroerd; aanmerk het, en vrees voor
13 Job 23:16 | de Almachtige heeft mij beroerd; ~
14 Psa 4:5 | 5Zijt beroerd, en zondigt niet; spreekt
15 Psa 46:4 | wateren bruisen, laat ze beroerd worden; laat de bergen daveren,
16 Psa 75:9 | een beker, en de wijn is beroerd, vol van mengeling, en Hij
17 Psa 77:17 | ook waren de afgronden beroerd. ~
18 Psa 77:19 | de wereld; de aarde werd beroerd en daverde. ~
19 Spre 29:9 | hebbende, hetzij dat hij beroerd is of lacht, zo is er toch
20 Jes 14:9 | De hel van onderen was beroerd om uwentwil, om u tegemoet
21 Jes 23:11 | Hij heeft de koninkrijken beroerd; de HEERE heeft bevel gegeven
22 Jes 28:21 | den berg Perazim, Hij zal beroerd zijn, gelijk in het dal
23 Jes 32:10 | dagen over het jaar zult gij beroerd zijn, gij dochters, die
24 Jes 32:11 | gij geruste vrouwen; weest beroerd, dochters, die zo zeker
25 Jer 33:9 | zij zullen vrezen en beroerd zijn over al het goede,
26 Klaa 1:20| bange; mijn ingewand is beroerd, mijn hart heeft zich omgekeerd
27 Klaa 1:33| tranen, mijn ingewand wordt beroerd; mijn lever is ter aarde
28 Eze 7:27 | het volk des lands zullen beroerd zijn; Ik zal hun doen naar
29 Eze 26:18 | die in de zee zijn, zullen beroerd worden vanwege uw uitgang. ~
30 Joe 2:1 | alle inwoners des lands beroerd zijn, want de dag des HEEREN
31 Joe 2:10 | 10 De aarde is beroerd voor deszelfs aangezicht,
32 Amos 8:8 | Zou het land hierover niet beroerd worden, en al wie daarin
33 Matt 21:10| inkwam, werd de gehele stad beroerd, zeggende: Wie is Deze? ~
34 Joha 5:7 | badwater, wanneer het water beroerd wordt; en terwijl ik kom,
35 Hand 2:6 | de menigte samen, en werd beroerd, want een iegelijk hoorde
36 Hand 14:10| omvangende, zeide hij: Weest niet beroerd; want zijn ziel is in hem. ~
|