Book Chapter: Verse

 1 Gen  16:11 |         gij zult het vlees uwer voorhuid besnijden; en dat zal tot
 2 Gen  16:14 |         En wat mannelijk is, de voorhuid hebbende, wiens voorhuids
 3 Gen  16:23 |        besneed het vlees hunner voorhuid, even ten zelfden dage,
 4 Gen  16:24 |        als hem het vlees zijner voorhuid besneden werd. ~
 5 Gen  16:25 |        als hem het vlees zijner voorhuid besneden werd. ~
 6 Gen  31:14 |        man geven zouden, die de voorhuid heeft; want dat ware ons
 7 Exo   4:25 |        stenen mes en besneed de voorhuid haars zoons, en wierp die
 8 Lev  12:3  |        dag zal het vlees zijner voorhuid besneden worden. ~
 9 Lev  19:23 |     zult hebben, zo zult gij de voorhuid daarvan, deszelfs vrucht,
10 Deu  10:16 |              16 Besnijdt dan de voorhuid uws harten, en verhardt
11 Joz   5:7  |    Jozua besneden, omdat zij de voorhuid hadden; want zij hadden
12 Jer   9:25 | besnedenen, met degenen, die de voorhuid hebben; ~
13 Jer   9:26 |              heidenen hebben de voorhuid, maar het ganse huis Israels
14 Jer   9:26 |     ganse huis Israels heeft de voorhuid des harten. ~  ~  ~  ~ ~
15 Hand   6:3 |     ingegaan tot mannen, die de voorhuid hebben, en hebt met hen
16 Rom   2:25 |      zijt, zo is uw besnijdenis voorhuid geworden. ~
17 Rom   2:26 |                26 Indien dan de voorhuid de rechten der wet bewaart,
18 Rom   2:26 |      wet bewaart, zal niet zijn voorhuid tot een besnijdenis gerekend
19 Rom   2:27 |                    27 En zal de voorhuid, die uit de natuur is, als
20 Rom   3:30 |       zal uit het geloof, en de voorhuid door het geloof. ~
21 Rom   4:9  |     besnijdenis, of ook over de voorhuid? Want wij zeggen, dat Abraham
22 Rom   4:10 |       besnijdenis was, of in de voorhuid? Niet in de besnijdenis,
23 Rom   4:10 |         besnijdenis, maar in de voorhuid. ~
24 Rom   4:11 |      des geloofs, die hem in de voorhuid was toegerekend; opdat hij
25 Rom   4:11 |        allen, die geloven in de voorhuid zijnde, ten einde ook hun
26 Rom   4:12 |    vader Abraham, hetwelk in de voorhuid was. ~
27 1Kor   7:18|    geroepen, die late zich geen voorhuid aantrekken; is iemand, in
28 1Kor   7:18|    aantrekken; is iemand, in de voorhuid zijnde, geroepen, die late
29 1Kor   7:19|     besnijdenis is niets, en de voorhuid is niets, maar de onderhouding
30 Gal   2:7  |       aan mij het Evangelie der voorhuid toebetrouwd was, gelijk
31 Gal   5:6  |   besnijdenis enige kracht noch voorhuid, maar het geloof, door de
32 Gal   6:15 |  besnijdenis enige kracht, noch voorhuid, maar een nieuw schepsel. ~
33 Efez   2:11|      waart in het vlees, en die voorhuid genaamd werdt van degenen,
34 Kol   2:13 |        in de misdaden, en in de voorhuid uws vleses, mede levend
35 Kol   3:11 |         en Jood, besnijdenis en voorhuid, barbaar en Scyth, dienstknecht