Book Chapter: Verse
1 Gen 1:23 | het was morgen geweest, de vijfde dag. ~
2 Gen 37:34 | over het land; en neme het vijfde deel des lands van Egypte
3 Gen 43:24 | geschieden, dat gij aan Farao het vijfde deel zult geven, en de vier
4 Gen 43:26 | van Egypte, dat Farao het vijfde deel zou hebben; behalve
5 Lev 5:16 | wedergeven, en zal deszelfs vijfde deel daarenboven toedoen,
6 Lev 6:5 | hoofdsom wedergeve, en nog het vijfde deel daarenboven toedoen
7 Lev 19:25 | 25 En in het vijfde jaar zult gij deszelfs vrucht
8 Lev 22:14 | hebben, zo zal hij deszelfs vijfde deel daarboven toedoen,
9 Lev 26:13 | zal, zo zal hij deszelfs vijfde deel boven uw schatting
10 Lev 26:15 | zal lossen, zo zal hij een vijfde deel des gelds uwer schatting
11 Lev 26:19 | lossen zal, zo zal hij een vijfde deel des gelds uwer schatting
12 Lev 26:27 | uw schatting, en zal zijn vijfde deel daarboven toedoen;
13 Lev 26:31 | lossen zal, hij zal zijn vijfde deel daarboven toedoen. ~
14 Num 5:7 | hoofdsom daarvan, en derzelver vijfde deel zal hij daarboven toedoen,
15 Num 32:38 | Israels uit Egypteland, in de vijfde maand, op den eersten der
16 Joz 19:24 | 24 Toen ging het vijfde lot voor den stam der kinderen
17 2Sa 2:23 | achterste van de spies aan de vijfde rib, dat de spies van achter
18 2Sa 3:4 | zoon van Haggith; en de vijfde Sefatja, de zoon van Abital; ~
19 2Sa 3:27 | sloeg hem aldaar aan de vijfde, dat hij stierf, om des
20 2Sa 4:6 | en zij sloegen hem aan de vijfde rib; en Rechab en zijn broeder
21 2Sa 20:10 | hij hem daarmede aan de vijfde rib, en hij stortte zijn
22 1Kon 6:31| bovendorpel met de posten was het vijfde deel des wands. ~
23 1Kon 14:25| Het geschiedde nu in het vijfde jaar van den koning Rehabeam,
24 2Kon 8:16| 16 In het vijfde jaar nu van Joram, den zoon
25 2Kon 27:8 | 8 Daarna in de vijfde maand, op de zevenden der
26 1Kro 2:14| den vierde, Raddai, den vijfde, ~
27 1Kro 3:3 | 3 De vijfde Sefatja, van Abital; de
28 1Kro 8:2 | den vierde, en Rafa, den vijfde. ~
29 1Kro 12:10| Mismanna de vierde; Jirmeja de vijfde; ~
30 1Kro 25:9 | 9 Het vijfde voor Malchia, het zesde
31 1Kro 26:12| 12 Het vijfde voor Nethanja; zijn zonen
32 1Kro 27:3 | 3 Elam de vijfde, Johanan de zesde, Eljoenai
33 1Kro 27:4 | vierde, en Nethaneel de vijfde. ~
34 1Kro 28:8 | 8 De vijfde, in de vijfde maand, was
35 1Kro 28:8 | 8 De vijfde, in de vijfde maand, was Samhuth, de Jizrahiet,
36 2Kro 13:2 | Daarom geschiedde het, in het vijfde jaar van den koning Rehabeam,
37 Ezra 7:8 | kwam te Jeruzalem in de vijfde maand; dat was het zevende
38 Ezra 7:9 | Babel, en op den eersten der vijfde maand kwam hij te Jeruzalem,
39 Jer 1:3 | gevankelijk werd weggevoerd in de vijfde maand. ~
40 Jer 28:1 | in het vierde jaar, in de vijfde maand, dat Hananja, zoon
41 Jer 36:9 | Want het geschiedde in het vijfde jaar van Jojakim, den zoon
42 Jer 52:12 | 12 Daarna, in de vijfde maand, op den tienden der
43 Eze 1:2 | derzelve maand (dit was het vijfde jaar van de wegvoering van
44 Eze 20:1 | het zevende jaar, in de vijfde maand, op den tienden derzelver
45 Zac 7:3 | zeggende: Moet ik wenen in de vijfde maand, mij afzonderende,
46 Zac 7:5 | vasttet en rouwklaagdet, in de vijfde en in de zevende maand,
47 Zac 8:19 | vierde, en het vasten der vijfde, en het vasten der zevende,
48 Open 6:9 | 9 En toen Het het vijfde zegel geopend had, zag ik
49 Open 9:1 | 1 En de vijfde engel heeft gebazuind, en
50 Open 16:10| 10 En de vijfde engel goot zijn fiool uit
51 Open 21:20| 20 Het vijfde Sardonix, het zesde Sardius,
|