Book Chapter: Verse
1 Gen 8:9 | op de ganse aarde; en hij stak zijn hand uit, en nam haar,
2 Exo 4:6 | hand in uw boezem. En hij stak zijn hand in zijn boezem;
3 Exo 4:7 | wederom in uw boezem. En hij stak zijn hand wederom in zijn
4 Exo 37:5 | 5 En hij stak de handbomen in de ringen,
5 Exo 40:25 | 25 En hij stak de lampen aan voor het aangezicht
6 Exo 40:27 | 27 En hij stak daarop aan reukwerk van
7 Lev 8:16 | nieren en haar vet; en Mozes stak het aan op het altaar. ~
8 Lev 8:20 | in zijn delen; en Mozes stak het hoofd aan, en die delen,
9 Lev 8:21 | hij met water; en Mozes stak dien gehelen ram aan op
10 Lev 8:28 | Mozes ze uit hun handen, en stak ze aan op het altaar, op
11 Lev 9:13 | stukken, met het hoofd; en hij stak het aan op het altaar. ~
12 Lev 9:14 | en de schenkelen; en hij stak ze aan op het brandoffer,
13 Lev 9:17 | vulde daarvan zijn hand, en stak het aan op het altaar, behalve
14 Lev 9:20 | vet op de borsten; en hij stak dat vet aan op het altaar. ~
15 Num 8:3 | tegenover vooraan den kandelaar stak hij deszelfs lampen aan; ~
16 Ric 3:21 | van zijn rechterheup, en stak het in zijn buik; ~
17 Ric 5:21 | 21 En de Engel des HEEREN stak het uiterste van den staf
18 Ric 14:5 | 5 En hij stak de fakkelen aan met vuur,
19 Ric 14:5 | der Filistijnen; en hij stak in brand zowel de korenhopen
20 1Sa 17:49 | 49 En David stak zijn hand in de tas, en
21 1Sa 26:7 | wagenburg, en zijn spies stak in de aarde aan zijn hoofdeinde,
22 2Sa 18:14 | hij nam drie pijlen, en stak ze in Absaloms hart, daar
23 2Kon 6:7 | Neem het tot u op. Toen stak hij zijn hand uit, en nam
24 2Kon 17:13| 13 En hij stak zijn brandoffer aan, en
25 2Kon 18:13| 13 En hij stak zijn brandoffer aan, en
26 Psa 106:18 | hun vergadering, een vlam stak de goddelozen aan brand. ~
27 Jer 1:9 | 9 En de HEERE stak Zijn hand uit, en roerde
28 Eze 8:3 | 3 En Hij stak de gelijkenis ener hand
29 Eze 10:7 | 7 Toen stak een cherub zijn hand uit
30 Eze 31:10 | hebt over uw stam, ja, hij stak zijn top op boven het midden
31 Jona 4:7 | opgaan van den dageraad; die stak den wonderboom, dat hij
32 Jona 4:8 | oostenwind beschikte; en de zon stak op het hoofd van Jona, dat
33 Matt 27:48| met edik gevuld hebbende, stak ze op een rietstok, en gaf
34 Mark 7:33| alleen genomen hebbende, stak Hij Zijn vingeren in zijn
35 Mark 15:36| vulde een spons met edik, en stak ze op een rietstok, en gaf
|