Book Chapter: Verse

 1 Num   1:4  |     elken stam een man, die een hoofdman is over het huis zijner
 2 2Kon   1:9 |         En hij zond tot hem een hoofdman van vijftig met zijn vijftigen.
 3 2Kon   1:10|     antwoordde en sprak tot den hoofdman van vijftigen: Indien ik
 4 2Kon   1:11|     wederom tot hem een anderen hoofdman van vijftig met zijn vijftigen.
 5 2Kon   1:13|         En wederom zond hij een hoofdman van de derde vijftigen met
 6 2Kon   1:13|     vijftigen. Zo ging de derde hoofdman van vijftigen op, en kwam
 7 2Kon   7:2 |                      2 Maar een hoofdman, op wiens hand de koning
 8 2Kon   7:17|         17 De koning nu had den hoofdman, op wiens hand hij leunde,
 9 2Kon   7:19|                       19 En die hoofdman had den man Gods geantwoord
10 2Kon   9:5 |       Ik heb een woord aan u, o hoofdman! En Jehu zeide: Tot wien
11 2Kon   9:5 |          En hij zeide: Tot u, o hoofdman! ~
12 2Kon   9:25|     zeide Jehu tot Bidkar, zijn hoofdman: Neem, werp hem op dat stuk
13 2Kon  16:25|       de zoon van Remalia, zijn hoofdman, maakte een verbintenis
14 Matt   8:5 |  ingegaan was, kwam tot Hem een hoofdman over honderd, biddende Hem, ~
15 Matt   8:8 |                         8 En de hoofdman over honderd, antwoordende,
16 Matt   8:13|       13 En Jezus zeide tot den hoofdman over honderd: Ga heen, en
17 Matt  27:54|                        54 En de hoofdman over honderd, en die met
18 Mark  15:39|                        39 En de hoofdman over honderd, die daarbij
19 Mark  15:44|    alrede gestorven was; en den hoofdman over honderd tot zich geroepen
20 Mark  15:45|       45 En als hij het van den hoofdman over honderd verstaan had,
21 Luk   7:2  |      dienstknecht van een zeker hoofdman over honderd, die hem zeer
22 Luk   7:6  |       van het huis was, zond de hoofdman over honderd tot Hem enige
23 Luk  23:47 |                    47 Als nu de hoofdman over honderd zag, wat er
24 Hand   4:1 |         hen de priesters, en de hoofdman des tempels, en de Sadduceen; ~
25 Hand   5:1 |         met name Cornelius, een hoofdman over honderd, uit de bende,
26 Hand   5:22|      zij zeiden: Cornelius, een hoofdman over honderd, een rechtvaardig
27 Hand  16:25| uitrekten, zeide Paulus tot den hoofdman over honderd, die daar stond:
28 Hand  16:26|                    26 Als nu de hoofdman over honderd dat hoorde,
29 Hand  18:23|             23 En hij beval den hoofdman over honderd, dat Paulus
30 Hand  21:1 |        gevangenen, over aan een hoofdman over honderd, met name Julius
31 Hand  21:6 |                         6 En de hoofdman, aldaar een schip gevonden
32 Hand  21:11|                      11 Doch de hoofdman geloofde meer den stuurman
33 Hand  21:31|         31 Zeide Paulus tot den hoofdman en tot de krijgsknechten:
34 Hand  21:43|                      43 Maar de hoofdman, willen Paulus behouden,
35 Hand  22:16|      Rome gekomen waren, gaf de hoofdman de gevangenen over aan den