Table of Contents | Words: Alphabetical - Frequency - Inverse - Length - Statistics | Help | IntraText Library
Alphabetical    [«  »]
gelijkvormig 5
geliloth 1
geloerd 1
gelofte 35
geloften 31
gelogen 4
geloochend 1
Frequency    [«  »]
35 eli
35 gath
35 geesten
35 gelofte
35 geofferd
35 hoofdman
35 hore

Bijbel

IntraText - Concordances

gelofte

   Book Chapter: Verse
1 Gen 26:20 | 20 En Jakob beloofde een gelofte, zeggende: Wanneer God met 2 Gen 28:13 | gezalfd hebt, waar gij Mij een gelofte beloofd hebt; nu, maak u 3 Lev 7:16 | slachtoffer zijner offerande een gelofte, of vrijwillig offer is, 4 Lev 22:21 | runderen of van de schapen een gelofte, of vrijwillig offer, het 5 Lev 22:23 | offer bereiden; doch tot een gelofte zou het niet aangenaam zijn. ~ 6 Lev 26:2 | hen: Wanneer iemand een gelofte zal afgezonderd hebben, 7 Lev 26:8 | de hand desgenen, die de gelofte gedaan heeft, zal kunnen 8 Num 6:2 | zal hebben, belovende de gelofte eens Nazireers, om zich 9 Num 6:5 | 5 Al de dagen der gelofte van zijn Nazireerschap zal 10 Num 6:21 | hand bekomen zal; naar zijn gelofte, welke hij beloofd zal hebben, 11 Num 15:3 | slachtoffer, om af te zonderen een gelofte, of in een vrijwillig offer, 12 Num 15:8 | een slachtoffer, om een gelofte af te zonderen, of ten dankoffer 13 Num 21:2 | beloofde Israel den HEERE een gelofte, en zeide: Indien Gij dit 14 Num 30:2 | Wanneer een man den HEERE een gelofte zal beloofd, of een eed 15 Num 30:3 | een vrouw den HEERE een gelofte zal beloofd hebben, en zich 16 Num 30:4 | 4 En haar vader haar gelofte, en haar verbintenis, waarmede 17 Num 30:8 | dat zal breken, en haar gelofte, die op haar was, zal te 18 Num 30:9 | 9 Aangaande de gelofte ener weduwe, of ener verstotene: 19 Num 30:10 | zij ten huize haars mans gelofte gedaan heeft, of met een 20 Num 30:12 | lippen gegaan is, van haar gelofte, en van de verbintenis harer 21 Num 30:13 | 13 Alle gelofte, en allen eed der verbintenis, 22 Deu 23:18 | Gods, brengen, tot enige gelofte; want ook die beiden zijn 23 Deu 23:21 | gij den HEERE, uw God, een gelofte zult beloofd hebben, gij 24 Ric 10:30 | Jeftha beloofde den HEERE een gelofte, en zeide: Indien Gij de 25 Ric 10:39 | aan haar volbracht zijn gelofte, die hij beloofd had; en 26 1Sa 1:11 | 11 En zij beloofde een gelofte, en zeide: HEERE der heirscharen, 27 1Sa 1:21 | jaarlijkse offer, en zijn gelofte. ~ 28 2Sa 15:7 | mij toch heengaan, en mijn gelofte, die ik den HEERE beloofd 29 2Sa 15:8 | Want uw knecht heeft een gelofte beloofd, als ik te Gesur 30 Psa 65:2 | God! in Sion; en U zal de gelofte betaald worden. ~ 31 Psa 132:2 | heeft, den Machtige Jakobs gelofte gedaan heeft, zeggende: ~ 32 Pred 5:3 | 3      Wanneer gij een gelofte aan God zult beloofd hebben, 33 Jes 19:21 | zullen den HEERE een gelofte beloven en betalen. ~ 34 Hand 12:18| hebbende; want hij had een gelofte gedaan. ~ 35 Hand 15:23| hebben vier mannen, die een gelofte gedaan hebben. ~


Best viewed with any browser at 800x600 or 768x1024 on Tablet PC
IntraText® (V89) - Some rights reserved by EuloTech SRL - 1996-2007. Content in this page is licensed under a Creative Commons License