Book Chapter: Verse
1 Gen 26:20 | 20 En Jakob beloofde een gelofte, zeggende: Wanneer God met
2 Gen 28:13 | gezalfd hebt, waar gij Mij een gelofte beloofd hebt; nu, maak u
3 Lev 7:16 | slachtoffer zijner offerande een gelofte, of vrijwillig offer is,
4 Lev 22:21 | runderen of van de schapen een gelofte, of vrijwillig offer, het
5 Lev 22:23 | offer bereiden; doch tot een gelofte zou het niet aangenaam zijn. ~
6 Lev 26:2 | hen: Wanneer iemand een gelofte zal afgezonderd hebben,
7 Lev 26:8 | de hand desgenen, die de gelofte gedaan heeft, zal kunnen
8 Num 6:2 | zal hebben, belovende de gelofte eens Nazireers, om zich
9 Num 6:5 | 5 Al de dagen der gelofte van zijn Nazireerschap zal
10 Num 6:21 | hand bekomen zal; naar zijn gelofte, welke hij beloofd zal hebben,
11 Num 15:3 | slachtoffer, om af te zonderen een gelofte, of in een vrijwillig offer,
12 Num 15:8 | een slachtoffer, om een gelofte af te zonderen, of ten dankoffer
13 Num 21:2 | beloofde Israel den HEERE een gelofte, en zeide: Indien Gij dit
14 Num 30:2 | Wanneer een man den HEERE een gelofte zal beloofd, of een eed
15 Num 30:3 | een vrouw den HEERE een gelofte zal beloofd hebben, en zich
16 Num 30:4 | 4 En haar vader haar gelofte, en haar verbintenis, waarmede
17 Num 30:8 | dat zal breken, en haar gelofte, die op haar was, zal te
18 Num 30:9 | 9 Aangaande de gelofte ener weduwe, of ener verstotene:
19 Num 30:10 | zij ten huize haars mans gelofte gedaan heeft, of met een
20 Num 30:12 | lippen gegaan is, van haar gelofte, en van de verbintenis harer
21 Num 30:13 | 13 Alle gelofte, en allen eed der verbintenis,
22 Deu 23:18 | Gods, brengen, tot enige gelofte; want ook die beiden zijn
23 Deu 23:21 | gij den HEERE, uw God, een gelofte zult beloofd hebben, gij
24 Ric 10:30 | Jeftha beloofde den HEERE een gelofte, en zeide: Indien Gij de
25 Ric 10:39 | aan haar volbracht zijn gelofte, die hij beloofd had; en
26 1Sa 1:11 | 11 En zij beloofde een gelofte, en zeide: HEERE der heirscharen,
27 1Sa 1:21 | jaarlijkse offer, en zijn gelofte. ~
28 2Sa 15:7 | mij toch heengaan, en mijn gelofte, die ik den HEERE beloofd
29 2Sa 15:8 | Want uw knecht heeft een gelofte beloofd, als ik te Gesur
30 Psa 65:2 | God! in Sion; en U zal de gelofte betaald worden. ~
31 Psa 132:2 | heeft, den Machtige Jakobs gelofte gedaan heeft, zeggende: ~
32 Pred 5:3 | 3 Wanneer gij een gelofte aan God zult beloofd hebben,
33 Jes 19:21 | zullen den HEERE een gelofte beloven en betalen. ~
34 Hand 12:18| hebbende; want hij had een gelofte gedaan. ~
35 Hand 15:23| hebben vier mannen, die een gelofte gedaan hebben. ~
|