Book Chapter: Verse
1 Num 16:22 | en zeiden: O God! God der geesten van alle vlees! een enig
2 Num 27:16 | Dat de HEERE, de God der geesten van alle vlees, een man
3 Psa 104:4 | 4 Hij maakt Zijn engelen geesten, Zijn dienaars tot een vlammend
4 Spre 16:2 | maar de HEERE weegt de geesten. ~
5 Matt 8:16| gebracht, en Hij wierp de boze geesten uit met den woorde, en Hij
6 Matt 10:1 | gegeven over de onreine geesten, om dezelve uit te werpen,
7 Matt 12:45| neemt met zich zeven andere geesten, bozer dan hijzelf, en ingegaan
8 Mark 1:27| met macht ook den onreine geesten gebiedt, en zij Hem gehoorzaam
9 Mark 3:11| 11 En de onreine geesten, als zij Hem zagen, vielen
10 Mark 5:13| terstond toe. En de onreine geesten, uitgevaren zijnde, voeren
11 Mark 6:7 | hun macht over de onreine geesten. ~
12 Luk 4:36 | macht en kracht den onreinen geesten gebiedt, en zij varen uit? ~
13 Luk 6:18 | worden, en die van onreine geesten gekweld waren; en zij werden
14 Luk 7:21 | ziekten en kwalen, en boze geesten; en velen blinden gaf Hij
15 Luk 8:2 | sommige vrouwen, die van boze geesten en krankheden genezen waren,
16 Luk 10:20 | verblijdt u daarin niet, dat de geesten u onderworpen zijn; maar
17 Luk 11:26 | neemt met zich zeven anderen geesten, bozer dan hij zelf is,
18 Hand 13:12| van hen weken, en de boze geesten van hen uitvoeren. ~
19 Hand 13:13| noemen over degenen, die boze geesten hadden, zeggende: Wij bezweren
20 1Kor 12:10| ander onderscheidingen der geesten; en een ander menigerlei
21 1Kor 14:32| 32 En de geesten der profeten zijn den profeten
22 1Tim 4:1 | begevende tot verleidende geesten, en leringen der duivelen, ~
23 Heb 1:7 | Die Zijn engelen maakt geesten, en Zijn dienaars een vlam
24 Heb 1:14 | zij niet allen gedienstige geesten, die tot dienst uitgezonden
25 Heb 12:9 | veel meer den Vader der geesten onderworpen zijn, en leven? ~
26 Heb 12:23 | Rechter over allen, en de geesten der volmaakte rechtvaardigen; ~
27 1Pet 3:19| henengegaan zijnde, den geesten, die in de gevangenis zijn,
28 1Joh 4:1 | geest, maar beproeft de geesten, of zij uit God zijn; want
29 Open 1:4 | komen zal; en van de zeven geesten, die voor Zijn troon zijn; ~
30 Open 3:1 | Dit zegt, Die de zeven geesten Gods heeft, en de zeven
31 Open 4:5 | troon, welke zijn de zeven geesten Gods. ~
32 Open 5:6 | ogen; dewelke zijn de zeven geesten Gods, die uitgezonden zijn
33 Open 16:13| valsen profeets, drie onreine geesten gaan, den vorsen gelijk; ~
34 Open 16:14| 14 Want het zijn geesten der duivelen, en zij doen
35 Open 18:2 | bewaarplaats van alle onreine geesten, en een bewaarplaats van
|