Book Chapter: Verse
1 Gen 28:46 | zeide tot zijn broederen: Vergadert stenen! En zij namen stenen,
2 Deu 31:12 | 12 Vergadert het volk, de mannen, en
3 Deu 31:28 | 28 Vergadert tot mij al de oudsten uwer
4 1Sa 7:5 | 5 Verder zeide Samuel: Vergadert het ganse Israel naar Mizpa,
5 2Kro 24:5 | tot de steden van Juda, en vergadert geld van het ganse Israel,
6 Psa 33:7 | 7 Hij vergadert de wateren der zee als op
7 Psa 34:7 | 7 Hij vergadert de wateren der zee als op
8 Psa 42:7 | spreekt valsheid; zijn hart vergadert zich onrecht; gaat hij uit
9 Psa 147:2 | HEERE bouwt Jeruzalem; Hij vergadert Israels verdrevenen.
10 Spre 6:8 | in den zomer, haar spijs vergadert in den oogst. ~
11 Spre 10:5 | 5 Die in den zomer vergadert, is een verstandig zoon;
12 Spre 13:11| worden; maar die met de hand vergadert, zal het vermeerderen. ~
13 Spre 28:8 | woeker en met overwinst, vergadert dat voor dengene, die zich
14 Jes 13:14 | een schaap, dat niemand vergadert; een iegelijk zal naar zijn
15 Jes 48:14 | 14 Vergadert u, gij allen, en hoort;
16 Jes 57:8 | de verdrevenen van Israel vergadert, spreekt: Ik zal tot hem
17 Jer 17:11 | Gelijk een veldhoen eieren vergadert, maar broedt ze niet uit,
18 Jer 17:11 | alzo is hij, die rijkdom vergadert, doch niet met recht; in
19 Jer 49:14 | heidenen, om te zeggen: Vergadert u, en komt aan tegen haar,
20 Eze 39:17 | het gedierte des velds: Vergadert u, en komt aan, verzamelt
21 Joe 2:16 | volk, heiligt de gemeente, vergadert de oudsten, verzamelt de
22 Joe 3:11 | gij volken van rondom, en vergadert u! (O HEERE, doe Uw helden
23 Matt 6:19| 19 Vergadert u geen schatten op de aarde,
24 Matt 6:20| 20 Maar vergadert u schatten in den hemel,
25 Matt 12:30| Mij; en wie met Mij niet vergadert, die verstrooit. ~
26 Matt 13:30| ik tot de maaiers zeggen: Vergadert eerst dat onkruid, en bindt
27 Luk 11:23 | Mij; en wie met Mij niet vergadert, die verstrooit. ~
28 Luk 12:21 | die zichzelven schatten vergadert, en niet rijk is in God. ~
29 Luk 13:34 | kiekens onder de vleugelen vergadert; en gijlieden hebt niet
30 Joha 4:36| maait, ontvangt loon, en vergadert vrucht ten eeuwigen leven;
31 Joha 6:12| Hij tot Zijn discipelen: Vergadert de overgeschoten brokken,
32 Joha 15:6 | rank, en is verdord; en men vergadert dezelve, en men werpt ze
33 Rom 2:5 | hardigheid, en onbekeerlijk hart, vergadert gij uzelven toorn als een
34 Open 19:17| vlogen: Komt herwaarts, en vergadert u tot het avondmaal des
|