Table of Contents | Words: Alphabetical - Frequency - Inverse - Length - Statistics | Help | IntraText Library
Alphabetical    [«  »]
lauw 1
lazarus 15
lazen 4
lea 34
leannoth 1
lebana 2
lebaoth 1
Frequency    [«  »]
34 knieen
34 kudden
34 kwaads
34 lea
34 mantel
34 misdaad
34 naakt

Bijbel

IntraText - Concordances

lea

   Book Chapter: Verse
1 Gen 27:16| de naam der grootste was Lea; en de naam der kleinste 2 Gen 27:17| 17 Doch Lea had tedere ogen; maar Rachel 3 Gen 27:23| avonds, dat hij zijn dochter Lea nam, en bracht haar tot 4 Gen 27:24| Zilpa, zijn dienstmaagd, aan Lea, zijn dochter, tot een dienstmaagd. ~ 5 Gen 27:25| morgens, en ziet, het was Lea. Daarom zeide hij tot Laban: 6 Gen 27:30| had ook Rachel liever dan Lea; en hij diende bij hem nog 7 Gen 27:31| Toen nu de HEERE zag, dat Lea gehaat was, opende Hij haar 8 Gen 27:32| 32 En Lea werd bevrucht, en baarde 9 Gen 27:44| 9 Toen nu Lea zag, dat zij ophield van 10 Gen 27:45| 10 En Zilpa, Lea's dienstmaagd, baarde Jakob 11 Gen 27:46| 11 Toen zeide Lea: Er komt een hoop! en zij 12 Gen 27:47| 12 Daarna baarde Zilpa, Lea's dienstmaagd, Jakob een 13 Gen 27:48| 13 Toen zeide Lea: Tot mijn geluk! want de 14 Gen 27:49| bracht die tot zijn moeder Lea. Toen zeide Rachel tot Lea: 15 Gen 27:49| Lea. Toen zeide Rachel tot Lea: Geef mij toch van uws zoons 16 Gen 27:51| uit het veld kwam, ging Lea uit hem tegemoet, en zeide: 17 Gen 27:52| 17 En God verhoorde Lea; en zij werd bevrucht, en 18 Gen 27:53| 18 Toen zeide Lea: God heeft mijn loon gegeven, 19 Gen 27:54| 19 En Lea werd wederom bevrucht, en 20 Gen 27:55| 20 En Lea zeide: God heeft mij, mij 21 Gen 28:4 | heen, en riep Rachel en Lea, op het veld tot zijn kudde; ~ 22 Gen 28:14| Toen antwoordden Rachel en Lea, en zeiden tot hem: Is er 23 Gen 28:33| Jakob, en in de tent van Lea, en in de tent van de beide 24 Gen 28:33| als hij uit de tent van Lea gegaan was, kwam hij in 25 Gen 30:1 | verdeelde hij de kinderen onder Lea, en onder Rachel, en onder 26 Gen 30:2 | haar kinderen vooraan; en Lea en haar kinderen meer achterwaarts; 27 Gen 30:7 | 7 En Lea trad ook toe, met haar kinderen, 28 Gen 31:1 | En Dina, de dochter van Lea, die zij Jakob gebaard had, 29 Gen 32:23| 23 De zonen van Lea waren: Ruben, Jakobs eerstgeborene, 30 Gen 32:26| 26 En de zonen van Zilpa, Lea's dienstmaagd: Gad en Aser. 31 Gen 42:15| 15 Dit zijn de zonen van Lea, die zij Jakob gebaard heeft 32 Gen 42:18| die Laban aan zijn dochter Lea gegeven had; en zij baarde 33 Gen 45:31| huisvrouw; en daar heb ik Lea begraven. ~ 34 Rut 4:11| komt, als Rachel en als Lea, die beiden het huis van


Best viewed with any browser at 800x600 or 768x1024 on Tablet PC
IntraText® (V89) - Some rights reserved by EuloTech SRL - 1996-2007. Content in this page is licensed under a Creative Commons License