Book Chapter: Verse
1 Gen 27:2 | en ziet, er waren drie kudden schapen nevens dien nederliggende;
2 Gen 27:2 | dien put drenkten zij de kudden; en er was een grote steen
3 Gen 27:3 | En derwaarts werden al de kudden verzameld, en zij wentelden
4 Gen 27:8 | kunnen niet, totdat al de kudden samen zullen vergaderd zijn,
5 Gen 27:66 | zult; ik zal wederom uw kudden weiden, en bewaren. ~
6 Gen 27:75 | kudde; en hij stelde zijn kudden alleen, en hij zette ze
7 Gen 27:78 | menigte, en hij had vele kudden, en dienstmaagden, en dienstknechten,
8 Gen 28:8 | zijn, zo lammerden al de kudden gespikkelde; en wanneer
9 Gen 28:8 | zijn, zo lammerden al de kudden gesprenkelde. ~
10 Gen 28:10 | ziet, de bokken, die de kudden beklommen, waren gesprenkeld,
11 Gen 29:19 | derde, ook allen, die de kudden nagingen, zeggende: Naar
12 Exo 2:17 | verloste ze, en drenkte haar kudden. ~
13 Deu 7:13 | voortzetting uwer koeien, en de kudden van uw klein vee, in het
14 Deu 28:4 | voortzetting uwer koeien, en de kudden van uw klein vee. ~
15 Deu 28:18 | voortzetting uwer koeien, en de kudden van uw klein vee. ~
16 Deu 28:51 | voortzetting uwer koeien noch kudden van uw klein vee zal overig
17 Ric 4:40 | te horen het geblaat der kudden? De gedeelten van Ruben
18 1Sa 8:17 | 17 Hij zal uw kudden vertienen; en gij zult hem
19 2Kro 32:28| beesten, en kooien voor de kudden. ~
20 Job 24:2 | tasten de landpalen aan; de kudden roven zij, en weiden ze. ~
21 Psa 65:14 | velden zijn bekleed met kudden, en de dalen zijn bedekt
22 Psa 107:41 | maakt de huisgezinnen als kudden. ~
23 Psa 144:13 | anderen uitgeven; dat onze kudden bij duizenden werpen, ja,
24 Spre 27:23| kennen; zet uw hart op de kudden. ~
25 Hoo 1:7 | die zich bedekt bij de kudden Uwer metgezellen? ~
26 Jes 17:2 | verlaten worden; voor de kudden zullen zij wezen, die zullen
27 Jes 32:14 | woudezelen, een weide der kudden. ~
28 Jes 62:5 | uitlanders zullen staan, en uw kudden weiden; en vreemden zullen
29 Jer 6:3 | herders tot haar komen met hun kudden; zij zullen tenten rondom
30 Jer 33:12 | van herderen, die de kudden doen legeren. ~
31 Jer 33:13 | van Juda, zullen de kudden wederom onder de handen
32 Jer 49:29 | zullen hun tenten en hun kudden nemen, hun gordijnen en
33 Zep 2:6 | herders, en betuiningen der kudden. ~
34 Zep 2:14 | midden van haar zullen den kudden legeren, al het gedierte
|