Table of Contents | Words: Alphabetical - Frequency - Inverse - Length - Statistics | Help | IntraText Library
Alphabetical    [«  »]
hijgt 3
hijzelf 6
hilen 1
hilkia 34
hilkija 1
hillel 2
hin 22
Frequency    [«  »]
34 gewassen
34 gewonnen
34 groter
34 hilkia
34 houd
34 knieen
34 kudden

Bijbel

IntraText - Concordances

hilkia

   Book Chapter: Verse
1 2Kon 20:18| uit Eljakim, de zoon van Hilkia, de hofmeester, en Sebna, 2 2Kon 20:26| zeide Eljakim, de zoon van Hilkia, en Sebna, en Joah tot Rabsake: 3 2Kon 20:37| kwam Eljakim, de zoon van Hilkia, de hofmeester, en Sebna, 4 2Kon 24:4 | 4 Ga op tot Hilkia, den hogepriester, opdat 5 2Kon 24:8 | Toen zeide de hogepriester Hilkia tot Safan, den schrijver: 6 2Kon 24:8 | des HEEREN gevonden; en Hilkia gaf dat boek aan Safan, 7 2Kon 24:10| kennen, zeggende: De priester Hilkia heeft mij een boek gegeven. 8 2Kon 24:12| 12 En de koning gebood Hilkia, den priester, en Ahikam, 9 2Kon 24:14| 14 Toen ging de priester Hilkia, en Ahikam, en Achbor, en 10 2Kon 25:4 | gebood den hogepriester Hilkia, en den priesteren der tweede 11 2Kon 25:24| het boek, dat de priester Hilkia in het huis des HEEREN gevonden 12 1Kro 6:13| 13 En Sallum gewon Hilkia, en Hilkia gewon Azarja; ~ 13 1Kro 6:13| Sallum gewon Hilkia, en Hilkia gewon Azarja; ~ 14 1Kro 6:45| van Amazia, den zoon van Hilkia, ~ 15 1Kro 27:11| 11 Hilkia was de tweede, Tebalja de 16 2Kro 34:9 | 9 En zij kwamen tot Hilkia, den hogepriester, en zij 17 2Kro 34:14| gebracht was, vond de priester Hilkia het wetboek des HEEREN, 18 2Kro 34:15| 15 En Hilkia antwoordde en zeide tot 19 2Kro 34:15| het huis des HEEREN. En Hilkia gaf Safan dat boek. ~ 20 2Kro 34:18| koning te kennen, zeggende: Hilkia, de priester, heeft mij 21 2Kro 34:20| 20 En de koning gebood Hilkia, en Ahikam, den zoon van 22 2Kro 34:22| 22 Toen ging Hilkia henen, en die des konings 23 2Kro 35:8 | priesteren, en voor de Levieten; Hilkia, en Zacharia, en Jehiel, 24 2Kro 36:8 | priesteren, en voor de Levieten; Hilkia, en Zacharia, en Jehiel, 25 Ezra 7:1 | van Azarja, den zoon van Hilkia, ~ 26 Neh 8:5 | Sema, en Anaja, en Uria, en Hilkia, en Maaseja, aan zijn rechterhand; 27 Neh 11:11 | 11 Seraja, de zoon van Hilkia, den zoon van Mesullam, 28 Neh 12:7 | 7 Sallu, Amok, Hilkia, Jedaja; dat waren de hoofden 29 Neh 12:21 | 21 Van Hilkia, Hasabja; van Jedaja, Nethaneel. ~ 30 Jes 22:20 | knecht, Eljakim, den zoon van Hilkia, roepen zal. ~ 31 Jes 36:3 | uit Eljakim, de zoon van Hilkia, de hofmeester, en Sebna, 32 Jes 36:22 | kwam Eljakim, de zoon van Hilkia, de hofmeester, en Sebna, 33 Jer 1:1 | van Jeremia, den zoon van Hilkia, uit de priesteren, die 34 Jer 29:3 | en Gemarja, den zoon van Hilkia, die Zedekia, de koning


Best viewed with any browser at 800x600 or 768x1024 on Tablet PC
IntraText® (V89) - Some rights reserved by EuloTech SRL - 1996-2007. Content in this page is licensed under a Creative Commons License