Book Chapter: Verse
1 2Kon 20:18| uit Eljakim, de zoon van Hilkia, de hofmeester, en Sebna,
2 2Kon 20:26| zeide Eljakim, de zoon van Hilkia, en Sebna, en Joah tot Rabsake:
3 2Kon 20:37| kwam Eljakim, de zoon van Hilkia, de hofmeester, en Sebna,
4 2Kon 24:4 | 4 Ga op tot Hilkia, den hogepriester, opdat
5 2Kon 24:8 | Toen zeide de hogepriester Hilkia tot Safan, den schrijver:
6 2Kon 24:8 | des HEEREN gevonden; en Hilkia gaf dat boek aan Safan,
7 2Kon 24:10| kennen, zeggende: De priester Hilkia heeft mij een boek gegeven.
8 2Kon 24:12| 12 En de koning gebood Hilkia, den priester, en Ahikam,
9 2Kon 24:14| 14 Toen ging de priester Hilkia, en Ahikam, en Achbor, en
10 2Kon 25:4 | gebood den hogepriester Hilkia, en den priesteren der tweede
11 2Kon 25:24| het boek, dat de priester Hilkia in het huis des HEEREN gevonden
12 1Kro 6:13| 13 En Sallum gewon Hilkia, en Hilkia gewon Azarja; ~
13 1Kro 6:13| Sallum gewon Hilkia, en Hilkia gewon Azarja; ~
14 1Kro 6:45| van Amazia, den zoon van Hilkia, ~
15 1Kro 27:11| 11 Hilkia was de tweede, Tebalja de
16 2Kro 34:9 | 9 En zij kwamen tot Hilkia, den hogepriester, en zij
17 2Kro 34:14| gebracht was, vond de priester Hilkia het wetboek des HEEREN,
18 2Kro 34:15| 15 En Hilkia antwoordde en zeide tot
19 2Kro 34:15| het huis des HEEREN. En Hilkia gaf Safan dat boek. ~
20 2Kro 34:18| koning te kennen, zeggende: Hilkia, de priester, heeft mij
21 2Kro 34:20| 20 En de koning gebood Hilkia, en Ahikam, den zoon van
22 2Kro 34:22| 22 Toen ging Hilkia henen, en die des konings
23 2Kro 35:8 | priesteren, en voor de Levieten; Hilkia, en Zacharia, en Jehiel,
24 2Kro 36:8 | priesteren, en voor de Levieten; Hilkia, en Zacharia, en Jehiel,
25 Ezra 7:1 | van Azarja, den zoon van Hilkia, ~
26 Neh 8:5 | Sema, en Anaja, en Uria, en Hilkia, en Maaseja, aan zijn rechterhand;
27 Neh 11:11 | 11 Seraja, de zoon van Hilkia, den zoon van Mesullam,
28 Neh 12:7 | 7 Sallu, Amok, Hilkia, Jedaja; dat waren de hoofden
29 Neh 12:21 | 21 Van Hilkia, Hasabja; van Jedaja, Nethaneel. ~
30 Jes 22:20 | knecht, Eljakim, den zoon van Hilkia, roepen zal. ~
31 Jes 36:3 | uit Eljakim, de zoon van Hilkia, de hofmeester, en Sebna,
32 Jes 36:22 | kwam Eljakim, de zoon van Hilkia, de hofmeester, en Sebna,
33 Jer 1:1 | van Jeremia, den zoon van Hilkia, uit de priesteren, die
34 Jer 29:3 | en Gemarja, den zoon van Hilkia, die Zedekia, de koning
|