Book Chapter: Verse
1 Gen 34:25 | uit Gilead; en hun kemelen droegen specerijen en balsem, en
2 Exo 34:4 | dit kwade woord hoorde, zo droegen zij leed; en niemand van
3 Lev 10:5 | Toen traden zij toe, en droegen hen, in hun rokken, tot
4 Num 7:9 | die zij op de schouderen droegen. ~
5 Num 13:23 | tros wijndruiven, dien zij droegen met tweeen, op een draagstok;
6 Deu 31:9 | des verbonds des HEEREN droegen, en aan alle oudsten van
7 Deu 31:25 | des verbonds des HEEREN droegen, zeggende: ~
8 Joz 3:14 | over de Jordaan te gaan, zo droegen de priesters de ark des
9 Joz 3:15 | 15 En als zij, die de ark droegen, tot aan de Jordaan gekomen
10 Joz 3:17 | des verbonds des HEEREN droegen, stonden steevast op het
11 Joz 4:9 | die de ark des verbonds droegen; en zij zijn daar tot op
12 Joz 4:10 | priesters nu, die de ark droegen, stonden midden in de Jordaan,
13 Joz 4:18 | des verbonds des HEEREN droegen, uit het midden van de Jordaan
14 Joz 6:12 | vroeg op, en de priesters droegen de ark des HEEREN. ~
15 Joz 8:33 | des verbonds des HEEREN droegen, zo vreemdelingen als inboorlingen,
16 1Sa 5:8 | Israel rondom Gath ga. Alzo droegen zij de ark des Gods van
17 1Sa 22:18 | die den linnen lijfrok droegen. ~
18 2Sa 6:13 | zij, die de ark des HEEREN droegen, zes treden voortgetreden
19 2Sa 23:16 | die in de poort is, en droegen het, en kwamen tot David;
20 1Kon 5:15| zeventig duizend, die last droegen, en tachtig duizend houwers
21 1Kon 14:28| dat de trawanten dezelve droegen, en die wederbrachten in
22 2Kon 5:23| ze voor zijn aangezicht droegen. ~
23 1Kro 9:28| den dienst; want bij getal droegen zij ze in, en bij getal
24 1Kro 9:28| zij ze in, en bij getal droegen zij ze uit. ~
25 1Kro 11:18| onder de poort is, en zij droegen het en brachten het tot
26 1Kro 12:24| die rondassen en spiesen droegen, waren zes duizend en achthonderd
27 1Kro 15:15| de kinderen der Levieten droegen de ark Gods op hun schouderen,
28 1Kro 15:26| des verbonds des HEEREN droegen, dat zij zeven varren en
29 1Kro 15:27| de Levieten, die de ark droegen, en de zangers, en Chenanja,
30 2Kro 13:11| trawanten kwamen, en die droegen, en die wederbrachten in
31 2Kro 15:13| voor Zijn leger; en zij droegen zeer veel roofs daarvan. ~
32 2Kro 17:6 | koning Asa gans Juda, en zij droegen weg de stenen van Rama,
33 Neh 4:17 | bouwden, en die den last droegen, en die oplaadden, waren
34 Joha 2:8 | tot den hofmeester; en zij droegen het. ~
|