Table of Contents | Words: Alphabetical - Frequency - Inverse - Length - Statistics | Help | IntraText Library
Alphabetical    [«  »]
breiden 1
breidt 9
breke 2
breken 34
brekende 5
breking 1
breng 75
Frequency    [«  »]
34 bevestigen
34 bijzonder
34 blinden
34 breken
34 drankofferen
34 droegen
34 eeuwiglijk

Bijbel

IntraText - Concordances

breken

   Book Chapter: Verse
1 Gen 18:9 | traden toe om de deur open te breken. ~ 2 Exo 12:46 | gij zult geen been daaraan breken. ~ 3 Exo 13:13 | zo zult gij het den nek breken; maar alle eerstgeborenen 4 Exo 34:43 | zo zult gij hem den nek breken. Al de eerstgeborenen uwer 5 Lev 11:33 | onrein zijn, en gij zult dat breken. ~ 6 Num 9:12 | zullen daaraan geen been breken; naar alle inzetting van 7 Num 24:8 | verteren, en hun gebeente breken, en met zijn pijlen doorschieten. ~ 8 Num 30:5 | indien haar vader dat zal breken, den dage als hij het hoort, 9 Num 30:5 | vader heeft ze haar doen breken. ~ 10 Num 30:8 | hij het hoorde, dat zal breken, en haar gelofte, die op 11 Num 31:60 | hart der kinderen Israels breken, dat zij niet overtrekken 12 2Kon 3:26| zwaard uittogen, om door te breken tegen den koning van Edom; 13 Job 30:13 | 13 Zij breken mijn pad af, zij bevorderen 14 Psa 104:11 | des velds; de woudezels breken er hun dorst mede. ~ 15 Psa 141:5 | het zal mijn hoofd niet breken; want nog zal ook mijn gebed 16 Pred 3:3 | genezen; een tijd om af te breken, en een tijd om te bouwen; ~ 17 Jes 14:27 | besloten, wie zal het dan breken? en Zijn hand is uitgestrekt, 18 Jes 38:13 | zal Hij al mijn beenderen breken; van den dag tot den nacht, 19 Jer 1:10 | uit te rukken, en af te breken, en te verderven, en te 20 Jer 31:28 | uit te rukken, en af te breken, en te verstoren, en te 21 Eze 5:16 | den staf des broods breken. ~ 22 Eze 14:13 | hetzelve den staf des broods breken, en een      honger daarin 23 Eze 17:15 | Ja, zal hij het verbond breken en ontkomen? 24 Dan 11:26 | zullen eten, zullen hem breken, en de heirkracht deszelven 25 Hos 4:2 | stelen, en overspel doen; zij breken door, en bloedschulden raken 26 Jona 1:4 | zodat het schip dacht te breken. ~ 27 Nah 1:13 | nu zal Ik zijn juk van u breken, en zal uw banden verscheuren. ~ 28 Zep 3:3 | avondwolven, die de beenderen niet breken tot aan den morgen. ~ 29 Matt 5:33| is: Gij zult den eed niet breken, maar gij zult den Heere 30 Luk 24:35 | bekend was geworden in het breken des broods. ~ 31 Hand 14:7 | bijeengekomen waren om brood te breken, handelde Paulus met hen, 32 1Kor 10:16| Christus? Het brood, dat wij breken, is dat niet een gemeenschap 33 Open 5:2 | en zijn zegelen open te breken? ~ 34 Open 5:5 | zijn zeven zegelen open te breken. ~


Best viewed with any browser at 800x600 or 768x1024 on Tablet PC
IntraText® (V89) - Some rights reserved by EuloTech SRL - 1996-2007. Content in this page is licensed under a Creative Commons License