Book Chapter: Verse
1 Gen 20:28 | zeven ooilammeren der kudde bijzonder. ~
2 Gen 20:29 | zeven ooilammeren, die gij bijzonder gesteld hebt? ~
3 Gen 29:16 | zijner knechten, elke kudde bijzonder; en hij zeide tot zijn knechten:
4 Gen 39:32 | richtten voor hem aan in het bijzonder, en voor hen in het bijzonder;
5 Gen 39:32 | bijzonder, en voor hen in het bijzonder; en voor de Egyptenaren,
6 Gen 39:32 | die met hem aten, in het bijzonder; want de Egyptenaars mogen
7 Exo 26:9 | dezer gordijnen aan elkander bijzonder voegen, en zes dezer gordijnen
8 Exo 26:9 | en zes dezer gordijnen bijzonder; en de zesde dezer gordijnen
9 Exo 30:34 | zuiveren wierook; dat elk bijzonder zij. ~
10 Exo 36:16 | voegde vijf gordijnen samen bijzonder; wederom zes dezer gordijnen
11 Exo 36:16 | wederom zes dezer gordijnen bijzonder. ~
12 2Sa 10:8 | van Tob en Maacha waren bijzonder in het veld. ~
13 1Kon 18:6 | het doortogen; Achab ging bijzonder op een weg, en Obadja ging
14 1Kon 18:6 | weg, en Obadja ging ook bijzonder op een weg. ~
15 1Kro 20:9 | gekomen waren, die waren bijzonder in het veld. ~
16 1Kro 30:3 | mijns Gods, geef ik het bijzonder goud en zilver, dat ik heb,
17 Zac 12:12 | rouwklagen, elk geslacht bijzonder; het geslacht van het huis
18 Zac 12:12 | geslacht van het huis Davids bijzonder, en hunlieder vrouwen bijzonder;
19 Zac 12:12 | bijzonder, en hunlieder vrouwen bijzonder; en het geslacht van het
20 Zac 12:12 | het huis van Nathan bijzonder, en hun vrouwen bijzonder; ~
21 Zac 12:12 | bijzonder, en hun vrouwen bijzonder; ~
22 Zac 12:13 | geslacht van het huis van Levi bijzonder, en hun vrouwen bijzonder;
23 Zac 12:13 | bijzonder, en hun vrouwen bijzonder; het geslacht van Simei
24 Zac 12:13 | het geslacht van Simei bijzonder, en hun vrouwen bijzonder; ~
25 Zac 12:13 | bijzonder, en hun vrouwen bijzonder; ~
26 Zac 12:14 | geslachten, elk geslacht bijzonder, en hunlieder vrouwen bijzonder. ~ ~
27 Zac 12:14 | bijzonder, en hunlieder vrouwen bijzonder. ~ ~
28 Mark 4:34| alles Zijn discipelen in het bijzonder. ~
29 Joha 20:7 | doeken liggen, maar in het bijzonder in een andere plaats samengerold. ~
30 Joha 21:25| heeft, welke, zo zij elk bijzonder geschreven wierden, ik acht,
31 1Kor 12:11| aan een iegelijk in het bijzonder, gelijkerwijs Hij wil. ~
32 1Kor 12:27| Christus, en leden in het bijzonder. ~
33 Gal 2:2 | onder de heidenen; en in het bijzonder aan degenen, die in achting
34 Efez 5:33| ook gijlieden, elk in het bijzonder, een iegelijk hebbe zijn
|