Book Chapter: Verse
1 Gen 21:15 | des HEEREN tot Abraham ten tweeden male van den hemel; ~
2 Gen 27:42 | bevrucht, en baarde Jakob den tweeden zoon. ~
3 Gen 27:47 | s dienstmaagd, Jakob een tweeden zoon. ~
4 Gen 37:32 | die droom aan Farao ten tweeden maal is herhaald, is, omdat
5 Gen 37:43 | hij deed hem rijden op den tweeden wagen, dien hij had; en
6 Gen 37:52 | 52 En den naam des tweeden noemde hij Efraim; want,
7 Num 7:18 | 18 Op den tweeden dag offerde Nethaneel, de
8 Num 10:6 | 6 Maar als gij ten tweeden male met een gebroken klank
9 Num 29:17 | 17 Daarna op den tweeden dag: twaalf jonge varren,
10 Joz 5:2 | de kinderen Israels ten tweeden maal. ~
11 Joz 6:14 | eenmaal rondom de stad op den tweeden dag; en zij keerden weder
12 Joz 10:32 | en hij nam haar in op den tweeden dag, en hij sloeg haar met
13 Ric 5:25 | vader zijn, te weten, den tweeden var, van zeven jaren; en
14 Ric 5:26 | bekwame plaats; en neem den tweeden var, en offer een brandoffer
15 Ric 19:25 | tegemoet, uit Gibea, op den tweeden dag, en velden van de kinderen
16 1Sa 8:2 | Joel, en de naam van zijn tweeden was Abia; zij waren richters
17 1Sa 20:27 | nu des anderen daags, den tweeden der nieuwe maan, als Davids
18 1Sa 20:34 | toorns; en hij at op den tweeden dag der nieuwe maan geen
19 1Sa 26:8 | ik zal het hem niet ten tweeden male doen. ~
20 2Sa 20:10 | en hij sloeg hem niet ten tweeden male, en hij stierf. Toen
21 1Kon 18:34| hij zeide: Doet het ten tweeden male. En zij deden het ten
22 1Kon 18:34| male. En zij deden het ten tweeden male. Voorts zeide hij:
23 2Kon 10:6 | 6 Toen schreef hij ten tweeden male tot hen een brief,
24 2Kon 27:18| hoofdpriester, en Zefanja, den tweeden priester, en de drie dorpelbewaarders. ~
25 1Kro 7:15| was Maacha; en de naam des tweeden was Zelafead. Zelafead nu
26 2Kro 3:2 | de tweede maand, op den tweeden dag, in het vierde jaar
27 2Kro 35:24| wagen, en voerden hem op den tweeden wagen, dien hij had, en
28 2Kro 36:24| wagen, en voerden hem op den tweeden wagen, dien hij had, en
29 Est 34 | ook op den tweeden dag, op den maaltijd des
30 Est 53 | dezen brief van Purim ten tweeden male te bevestigen. ~
31 Jer 1:13 | HEEREN woord geschiedde ten tweeden male tot mij, zeggende:
32 Jer 13:3 | geschiedde des HEEREN woord ten tweeden male tot mij, zeggende: ~
33 Jer 33:1 | geschiedde des HEEREN woord ten tweeden male tot Jeremia, als hij
34 Jer 41:4 | Het geschiedde nu op den tweeden dag, nadat hij Gedalia gedood
35 Jer 52:24 | hoofdpriester, en Zefanja, den tweeden priester, en de drie dorpelbewaarders. ~
36 Eze 43:22 | 22 En op den tweeden dag zult gij een volkomen
37 Dan 2:7 | Zij antwoordden ten tweeden male, en zeiden: De koning
38 Zac 6:2 | rode paarden; en aan den tweeden wagen waren zwarte paarden. ~
39 Zac 11:14 | Toen verbrak ik mijn tweeden stok, SAMENBINDERS, te niet
40 Matt 21:30| 30 En gaande tot den tweeden, zeide desgelijks, en deze
41 Matt 26:42| 42 Wederom ten tweeden male heengaande, bad Hij,
42 Luk 6:1 | En het geschiedde op den tweeden eersten sabbat, dat Hij
43 Joha 21:16| zeide wederom tot hem ten tweeden maal: Simon, zoon van Jonas,
44 Hand 5:15| stem geschiedde wederom ten tweeden male tot hem: Hetgeen God
45 Hand 6:9 | stem antwoordde mij ten tweeden male uit den hemel: Hetgeen
46 Hand 7:33| 33 Gelijk ook in den tweeden psalm geschreven staat:
47 Hand 22:13| zuid werd, kwamen wij den tweeden dag te Puteoli; ~
48 Heb 9:7 | 7 Maar in den tweeden tabernakel ging alleen de
49 2Pet 3:1 | 1 Dezen tweeden zendbrief, geliefden, schrijf
50 Open 2:11| Die overwint, zal van den tweeden dood niet beschadigd worden. ~
51 Open 19:3 | 3 En zij zeiden ten tweeden maal: Halleluja! En haar
|