Book Chapter: Verse
1 Gen 10:5 | landschappen, elk naar zijn spraak, naar hun huisgezinnen,
2 Gen 11:1 | ganse aarde was van enerlei spraak en enerlei woorden.
3 Gen 11:6 | en hebben allen enerlei spraak; en dit is het, dat zij
4 Gen 11:7 | nedervaren, en laat Ons hun spraak aldaar verwarren, opdat
5 Gen 11:7 | verwarren, opdat iegelijk de spraak zijns naasten niet hore. ~
6 Gen 11:9 | aldaar verwarde de HEERE de spraak der ganse aarde, en van
7 Deu 28:49 | vliegt; een volk, welks spraak gij niet zult verstaan; ~
8 2Kon 9:11| Gij kent den man en zijn spraak. ~
9 Est 1:22 | en aan elk volk naar zijn spraak, dat elk man overheer in
10 Est 1:22 | zou, en spreken naar de spraak zijns volks. ~ ~ ~ ~
11 Est 16:12 | schrift, en elk volk naar zijn spraak; er werd geschreven in den
12 Est 17:12 | schrift, en elk volk naar zijn spraak; er werd geschreven in den
13 Est 49:2 | een ieder volk naar zijn spraak; ook aan de Joden naar hun
14 Est 49:2 | hun schrift en naar hun spraak. ~
15 Job 12:20 | beneemt den getrouwen de spraak, en der ouden oordeel neemt
16 Psa 19:3 | dag stort overvloediglijk spraak uit, en de nacht aan den
17 Psa 19:4 | 4 Geen spraak, en geen woorden zijn er,
18 Psa 64:6 | een boze zaak; zij houden spraak van strikken te verbergen;
19 Psa 81:6 | alwaar ik gehoord heb een spraak, die ik niet verstond; ~
20 Psa 119:172| 172 Mijn tong zal spraak houden van Uw rede, want
21 Hoo 4:3 | scharlaken snoer, en uw spraak is liefelijk; de slaap uws
22 Jes 19:18 | Egypteland zijn, sprekende de spraak van Kanaan, en zwerende
23 Jes 29:4 | de aarde spreken, en uw spraak zal uit het stof zachtjes
24 Jes 29:4 | van een tovenaar, en uw spraak zal uit het stof piepen. ~
25 Jes 33:19 | het volk, dat zo diep van spraak is, dat men het niet horen
26 Jer 5:15 | oud volk, een volk, welks spraak gij niet zult kennen, en
27 Eze 3:5 | gezonden tot een volk, diep van spraak en zwaar van tong, maar
28 Eze 3:6 | tot vele volken, diep van spraak en zwaar van tong, welker
29 Dan 1:4 | onderwees in de boeken en spraak der Chaldeen. ~
30 Zep 3:9 | tot de volken een reine spraak wenden; opdat zij allen
31 Matt 26:73| ook van die, want ook uw spraak maakt u openbaar. ~
32 Mark 14:70| ook een Galileer, en uw spraak gelijkt. ~
33 Joha 8:43| 43 Waarom kent gij Mijn spraak niet? Het is, omdat gij
|