Book Chapter: Verse
1 Jer 11:21 | uw ziel zoeken, zeggende: Profeteer niet in den Naam des HEEREN,
2 Eze 6:2 | tegen de bergen Israels, en profeteer tegen dezelve; ~
3 Eze 11:4 | 4 Daarom profeteer tegen hen; profeteer, o
4 Eze 11:4 | Daarom profeteer tegen hen; profeteer, o mensenkind! ~
5 Eze 13:2 | 2 Mensenkind, profeteer tegen de profeten Israels,
6 Eze 13:17 | profeteren uit haar hart, en profeteer tegen haar; ~
7 Eze 20:46 | drup tegen het zuiden; en profeteer tegen het woud van het veld
8 Eze 21:2 | tegen de heiligdommen, en profeteer tegen het land van Israel; ~
9 Eze 21:9 | 9 Mensenkind, profeteer en zeg: Alzo zegt de HEERE:
10 Eze 21:14 | Daarom gij, mensenkind, profeteer, en sla hand tegen hand;
11 Eze 21:28 | En gij, mensenkind, profeteer en zeg: Alzo zegt de Heere
12 Eze 25:2 | tegen de kinderen Ammons, en profeteer tegen dezelve; ~
13 Eze 28:21 | aangezicht tegen Sidon, en profeteer tegen haar, ~
14 Eze 29:2 | den koning van Egypte, en profeteer tegen hem, en tegen het
15 Eze 30:2 | 2 Mensenkind! profeteer, en zeg: Zo zegt de Heere
16 Eze 34:2 | 2 Mensenkind! profeteer tegen de herders van Israel;
17 Eze 34:2 | tegen de herders van Israel; profeteer en zeg tot hen, tot de herders:
18 Eze 35:2 | tegen het gebergte Seir, en profeteer tegen hetzelve, ~
19 Eze 36:1 | En gij, mensenkind! profeteer tot de bergen Israels, en
20 Eze 36:3 | 3 Daarom profeteer en zeg: Zo zegt de Heere
21 Eze 36:6 | 6 Daarom profeteer van het land Israels, en
22 Eze 37:4 | Toen zeide Hij tot mij: Profeteer over deze beenderen, en
23 Eze 37:9 | En Hij zeide tot mij: Profeteer tot den geest; profeteer,
24 Eze 37:9 | Profeteer tot den geest; profeteer, mensenkind! en zeg tot
25 Eze 37:12 | 12 Daarom, profeteer en zeg tot hen: Zo zegt
26 Eze 38:2 | van Mesech en Tubal; en profeteer tegen hem, ~
27 Eze 38:14 | 14 Daarom profeteer, o mensenkind! en zeg tot
28 Eze 39:1 | Voorts, gij mensenkind! profeteer tegen Gog, en zeg: Zo zegt
29 Amos 7:12| en eet aldaar brood, en profeteer aldaar. ~
30 Amos 7:15| zeide tot mij: Ga henen, profeteer tot Mijn volk Israel. ~
31 Matt 26:68| kinnebakslagen, zeggende: Profeteer ons, Christus, wie is het,
32 Mark 14:65| slaan, en tot Hem te zeggen: Profeteer! En de dienaars gaven Hem
33 Luk 22:64 | vraagden Hem, zeggende: Profeteer, wie het is, die U geslagen
|