Book Chapter: Verse
1 Gen 37:29 | aankomende jaren, zal er grote overvloed in het ganse land van Egypte
2 Gen 37:30 | het land van Egypte al die overvloed vergeten worden; en de honger
3 Gen 37:31 | 31 Ook zal de overvloed in het land niet gemerkt
4 Deu 33:19 | offeren; want zij zullen den overvloed der zeeen zuigen, en de
5 2Kro 12:23| denwelken hij spijze gaf in overvloed; en hij begeerde de veelheid
6 2Kro 19:1 | nu had rijkdom en eer in overvloed; en hij verzwagerde zich
7 2Kro 31:10| ja, over te houden tot overvloed toe; want de HEERE heeft
8 Job 22:11 | duisternis niet, en des water overvloed bedekt u. ~
9 Job 35:15 | en Hij hem niet zeer in overvloed doorkend heeft; ~
10 Job 37:34 | wolken opheffen, opdat een overvloed van water u bedekke? ~
11 Psa 38:16 | rechtvaardige heeft, is beter dan de overvloed veler goddelozen. ~
12 Psa 105:30 | land bracht vorsen voort in overvloed, tot in de binnenste kameren
13 Spre 3:10| Zo zullen uw schuren met overvloed vervuld worden, en uw perskuipen
14 Pred 5:9 | geld niet zat; en wie den overvloed liefheeft, wordt van het
15 Jes 15:7 | Daarom zullen zij den overvloed, dien zij vergaderd hebben,
16 Jer 33:6 | genezen, en zal hun openbaren overvloed van vrede en waarheid. ~
17 Matt 12:34| boos zijt? want uit den overvloed des harten spreekt de mond. ~
18 Mark 12:44| zij allen hebben van hun overvloed daarin geworpen; maar deze
19 Luk 6:45 | zijns harten; want uit den overvloed des harten spreekt zijn
20 Luk 12:15 | want het is niet in den overvloed gelegen, dat iemand leeft
21 Luk 15:17 | huurlingen mijns vaders hebben overvloed van brood, en ik verga van
22 Luk 21:4 | die allen hebben van hun overvloed geworpen tot de gaven Gods;
23 Joha 10:10| zij het leven hebben, en overvloed hebben. ~
24 Rom 5:17 | zullen degenen, die den overvloed der genade en der gave der
25 1Kor 8:8 | wij eten, wij hebben geen overvloed; en hetzij dat wij niet
26 2Kor 8:2 | beproeving der verdrukking de overvloed hunner blijdschap, en hun
27 2Kor 8:14| tegenwoordigen tijd, uw overvloed zij om hun gebrek te vervullen;
28 2Kor 8:14| vervullen; opdat ook hun overvloed zij om uw gebrek te vervullen,
29 2Kor 8:20| niemand moge lasteren in dezen overvloed, die van ons wordt bediend; ~
30 Fili 4:12| vernederd te worden, ik weet ook overvloed te hebben; alleszins en
31 Fili 4:12| honger te lijden, beide overvloed te hebben en gebrek te lijden. ~
32 Fili 4:18| alles ontvangen, en ik heb overvloed; ik ben vervuld geworden,
33 Jako 1:21| hebbende alle vuiligheid en overvloed van boosheid, ontvangt met
|