Book Chapter: Verse
1 Jer 21:2 | den HEERE voor ons, want Nebukadrezar, de koning van Babel, strijdt
2 Jer 21:7 | honger, geven in de hand van Nebukadrezar, den koning van Babel, en
3 Jer 22:25| namelijk in de hand van Nebukadrezar, den koning van Babel,
4 Jer 24:1 | tempel des HEEREN; nadat Nebukadrezar, koning van Babel, gevankelijk
5 Jer 25:1 | was het eerste jaar van Nebukadrezar, koning van Babel); ~
6 Jer 25:9 | spreekt de HEERE; en tot Nebukadrezar, den koning van Babel, Mijn
7 Jer 29:21| geven in de hand van Nebukadrezar, den koning van Babel, en
8 Jer 32:1 | het achttiende jaar van Nebukadrezar. ~
9 Jer 32:28| Chaldeen, en in de hand van Nebukadrezar, den koning van Babel, en
10 Jer 34:1 | geschied is van den HEERE (als Nebukadrezar, koning van Babel, en zijn
11 Jer 35:11| Maar het is geschied, als Nebukadrezar, de koning van Babel, naar
12 Jer 37:1 | Jojakims zoon, welken Zedekia Nebukadrezar, de koning van Babel, koning
13 Jer 39:1 | in de tiende maand, kwam Nebukadrezar, de koning van Babel, en
14 Jer 39:5 | brachten hem opwaarts tot Nebukadrezar, den koning van Babel,
15 Jer 39:11| Maar van Jeremia had Nebukadrezar, de koning van Babel, bevel
16 Jer 43:10| Ik zal henenzenden, en Nebukadrezar, den koning van Babel, Mijn
17 Jer 44:30| gegeven heb in de hand van Nebukadrezar, den koning van Babel, zijn
18 Jer 46:2 | bij Karchemis was, dat Nebukadrezar, de koning van Babel, sloeg,
19 Jer 46:13| sprak, van de aankomst van Nebukadrezar, den koning van Babel, om
20 Jer 46:26| zoeken, en in de hand van Nebukadrezar, den koning van Babel, en
21 Jer 49:28| koninkrijken van Hazor, die Nebukadrezar, de koning van Babel, sloeg,
22 Jer 49:30| spreekt de HEERE; want Nebukadrezar, de koning van Babel, heeft
23 Jer 50:17| Assur, en deze de laatste, Nebukadrezar, de koning van Babel,
24 Jer 51:34| 34 Nebukadrezar, de koning van Babel, heeft
25 Jer 52:4 | den tienden der maand, dat Nebukadrezar, de koning van Babel, kwam
26 Jer 52:12| negentiende jaar van den koning Nebukadrezar, den koning van Babel),
27 Jer 52:28| Dit is het volk, dat Nebukadrezar gevankelijk heeft weggevoerd;
28 Jer 52:29| het achttiende jaar van Nebukadrezar, voerde hij gevankelijk
29 Jer 52:30| drie en twintigste jaar van Nebukadrezar voerde Nebuzaradan, de overste
30 Eze 26:7 | Heere HEERE: Ziet, Ik zal Nebukadrezar, den koning van Babel, den
31 Eze 29:18| 18 Mensenkind! Nebukadrezar, de koning van Babel, heeft
32 Eze 29:19| Heere HEERE: Zie, Ik zal Nebukadrezar, den koning van Babel, Egypteland
33 Eze 30:10| ophouden, door de hand van Nebukadrezar, den koning van Babel. ~
|