Book Chapter: Verse

 1 1Sa  26:19 |            rieken; maar indien het mensenkinderen zijn, zo zijn zij vervloekt
 2 2Sa   7:14 |      mensenroede en met plagen der mensenkinderen straffen. ~
 3 Psa  11:4  |           Zijn oogleden proeven de mensenkinderen. ~
 4 Psa  12:2  |           weinig geworden onder de mensenkinderen. ~
 5 Psa  12:9  |       wanneer de snoodsten van des mensenkinderen verhoogd worden. ~  ~
 6 Psa  14:2  |            hemel nedergezien op de mensenkinderen, om te zien, of iemand verstandig
 7 Psa  31:20 |            de tegenwoordigheid der mensenkinderen! ~
 8 Psa  33:13 |            den hemel, en ziet alle mensenkinderen. ~
 9 Psa  34:13 |            den hemel, en ziet alle mensenkinderen.
10 Psa  37:8  |   goedertierenheid, o God! Dies de mensenkinderen onder de schaduw Uwer vleugelen
11 Psa  45:3  |           zijt veel schoner dan de mensenkinderen; genade is uitgestort in
12 Psa  53:3  |            hemel nedergezien op de mensenkinderen, om te zien, of iemand verstandig
13 Psa  57:5  |            lig onder stokebranden, mensenkinderen, welker tanden spiesen en
14 Psa  58:2  |    Oordeelt gij billijkheden, gij, mensenkinderen? ~
15 Psa  66:5  |       vreselijk van werking aan de mensenkinderen. ~
16 Psa  89:48 |             waarom zoudt Gij aller mensenkinderen tevergeefs geschapen hebben? ~
17 Psa  90:3  |          en zegt: Keert weder, gij mensenkinderen! ~
18 Psa 115:16 |         maar de aarde heeft Hij de mensenkinderen gegeven. ~
19 Psa 145:12 |                    12 Lamed. Om de mensenkinderen bekend te maken Zijn mogendheden,
20 Spre   8:4 |             en Mijn stem is tot de mensenkinderen. ~
21 Spre   8:31|            vermakingen zijn met de mensenkinderen. ~
22 Spre  15:11|          te meer de harten van des mensenkinderen? ~
23 Pred   2:8 | zangeressen, en wellustigheden der mensenkinderen,      snarenspel, ja, allerlei
24 Pred   3:18|            hart van de positie der mensenkinderen, dat God hen zal verklaren,
25 Pred   9:3 |            en dat ook het hart der mensenkinderen vol boosheid is, en dat
26 Jes  52:14 |      gedaante, meer dan van andere mensenkinderen; ~
27 Jer  32:19 |           open over alle wegen der mensenkinderen, om een iegelijk te geven
28 Klaa   1:77|         Hij plaagt of bedroeft des mensenkinderen niet van harte. ~
29 Eze  31:14 |           aarde, in het midden der mensenkinderen, tot degenen, die in den
30 Dan   2:38 |            38      En overal, waar mensenkinderen wonen, heeft Hij de beesten
31 Dan  10:16 |          16      En ziet, Een, den mensenkinderen gelijk, raakte mijn lippen
32 Joe   1:12 | vrolijkheid is verdord van de      mensenkinderen. ~
33 Mic   5:6  |          naar geen man wacht, noch mensenkinderen      verbeidt. ~