Book Chapter: Verse
1 Exo 25:37 | 37 Gij zult hem ook zeven lampen maken, en men zal zijn lampen
2 Exo 25:37 | lampen maken, en men zal zijn lampen aansteken, en doen lichten
3 Exo 27:20 | dat men geduriglijk de lampen aansteke. ~
4 Exo 30:7 | allen morgen, als hij de lampen wel zal toegericht hebben,
5 Exo 30:8 | 8 En als Aaron de lampen aansteken zal, tussen de
6 Exo 35:14 | zijn gereedschap, en zijn lampen, en de olie tot het licht; ~
7 Exo 37:23 | En hij maakte hem zeven lampen; zijn snuiters en zijn blusvaten
8 Exo 39:37 | louteren kandelaar met zijn lampen, de lampen, die men toerichten
9 Exo 39:37 | kandelaar met zijn lampen, de lampen, die men toerichten moest,
10 Exo 40:4 | daarin brengen, en zijn lampen aansteken. ~
11 Exo 40:25 | 25 En hij stak de lampen aan voor het aangezicht
12 Lev 23:2 | voor den luchter, om de lampen gedurig aan te steken. ~
13 Lev 23:4 | den louteren kandelaar die lampen voor het aangezicht des
14 Num 4:9 | kandelaar des luchters, en zijn lampen, en zijn snuiters, en zijn
15 Num 8:2 | zeg tot hem: Als gij de lampen aansteken zult, recht tegenover
16 Num 8:2 | kandelaar zullen de zeven lampen lichten. ~
17 Num 8:3 | kandelaar stak hij deszelfs lampen aan; ~
18 1Kon 7:49| goud; en de bloemen, en de lampen, en de snuiters van goud; ~
19 1Kro 29:15| kandelaars, en hun gouden lampen, naar het gewicht van elken
20 1Kro 29:15| elken kandelaar en zijn lampen; ook tot de zilveren kandelaars,
21 1Kro 29:15| van een kandelaar en zijn lampen, naar den dienst van elken
22 2Kro 4:20| En de kandelaren met hun lampen, van gesloten goud, om die
23 2Kro 4:21| 21 En de bloemen, en de lampen, en de snuiters, van goud;
24 2Kro 14:11| gouden kandelaar en zijn lampen, om die op elken avond te
25 2Kro 29:7 | voorhuis toegesloten, en de lampen uitgeblust en het reukwerk
26 Zac 4:2 | deszelfs hoofd, en zijn zeven lampen daarop; die lampen
27 Zac 4:2 | zeven lampen daarop; die lampen hadden zeven en zeven
28 Matt 25:1 | tien maagden, welke haar lampen namen, en gingen uit, den
29 Matt 25:3 | 3 Die dwaas waren, haar lampen nemende, namen geen olie
30 Matt 25:4 | in haar vaten, met haar lampen. ~
31 Matt 25:7 | maagden op, en bereidden haar lampen. ~
32 Matt 25:8 | ons van uw olie; want onze lampen gaan uit. ~
33 Open 4:5 | stemmen; en zeven vurige lampen waren brandende voor den
|