Book Chapter: Verse
1 Gen 35:14 | zich, en zette zich aan den ingang der twee fonteinen, die
2 Joz 13:5 | berg Hermon, tot aan den ingang van Hamath. ~
3 Ric 1:24 | tot hem: Wijs ons toch den ingang der stad, en wij zullen
4 Ric 1:25 | 25 En als hij hun den ingang der stad gewezen had, zo
5 1Sa 29:6 | zijt, en uw uitgang en uw ingang met mij in het leger is
6 2Sa 3:25 | te weten uw uitgang en uw ingang, ja, om te weten alles,
7 1Kon 6:31| 31 En aan den ingang der aanspraakplaats maakte
8 1Kon 8:65| grote gemeente, van den ingang af van Hamath tot de rivier
9 1Kon 19:13| uitging, en stond in den ingang der spelonk. En ziet, een
10 2Kon 11:16| zij ging den weg van den ingang der paarden naar het huis
11 2Kon 15:25| landpale van Israel van den ingang van Hamath, tot aan de zee
12 2Kon 17:18| hadden, en den buitensten ingang des konings nam hij weg
13 2Kon 18:18| hadden, en den buitensten ingang des konings nam hij weg
14 2Kon 25:11| gesteld hadden, van den ingang van het huis des HEEREN,
15 1Kro 4:39| En zij gingen tot aan den ingang van Gedor tot het oosten
16 1Kro 5:9 | tegen het oosten, tot den ingang der woestijn, van de rivier
17 1Kro 9:19| waren bewaarders van den ingang; ~
18 2Kro 4:22| gesloten goud; aangaande den ingang van het huis, zijn binnenste
19 2Kro 8:8 | grote gemeente, van den ingang af van Hamath, tot de rivier
20 2Kro 23:26| bij zijn pilaar, aan de ingang; en de oversten en de trompetten
21 2Kro 23:28| haar, en zij ging naar den ingang van de Paardenpoort, naar
22 2Kro 26:8 | en zijn naam ging tot den ingang van Egypte, want hij sterkte
23 2Kro 33:14| Gihon in het dal, en tot den ingang van de Vispoort, en omsingelde
24 Psa 121:8 | HEERE zal uw uitgang en uw ingang bewaren, van nu aan tot
25 Spre 8:3 | voor aan de stad, aan den ingang der deuren roept Zij overluid: ~
26 Jer 38:14 | zich halen, in den derden ingang, die aan des HEEREN huis
27 Eze 8:5 | beeld der ijvering, in den ingang. ~
28 Eze 42:9 | onder deze kameren nu was de ingang van het oosten, als iemand
29 Eze 44:5 | wetten; en zet uw hart op den ingang van het huis, met alle uitgangen
30 Eze 46:19 | bracht hij mij door den ingang, die aan de zijde der poort
31 1The 1:9 | verkondigen van ons, hoedanigen ingang wij tot u hebben, en hoe
32 1The 2:1 | zelven, broeders, onzen ingang tot u, dat die niet ijdel
33 2Pet 1:11| rijkelijk toegevoegd worden de ingang in het eeuwig Koninkrijk
|