Book Chapter: Verse
1 Exo 20:21 | maar Mozes naderde tot de donkerheid, alwaar God was. ~
2 Deu 4:11 | was duisternis, wolken en donkerheid). ~
3 Deu 5:22 | des vuurs, der wolk en der donkerheid, met een grote stem, en
4 2Sa 22:10 | hemel, en daalde neder; en donkerheid was onder Zijn voeten. ~
5 1Kon 8:12| heeft gezegd, dat Hij in donkerheid zou wonen. ~
6 2Kro 7:1 | heeft gezegd, dat Hij in de donkerheid zou wonen. ~
7 Job 3:6 | 6 Diezelve nacht, donkerheid neme hem in; dat hij zich
8 Job 22:13 | God van? Zal Hij door de donkerheid oordelen? ~
9 Job 23:17 | Hij van mijn aangezicht de donkerheid bedekt heeft. ~ ~ ~ ~
10 Job 28:3 | onderzoekt hij; het gesteente der donkerheid en der schaduw des doods. ~
11 Job 30:26 | naar het licht, zo kwam de donkerheid. ~
12 Job 37:9 | haar kleding stelde, en de donkerheid tot haar windeldoek; ~
13 Psa 18:10 | hemel, en daalde neder, en donkerheid was onder Zijn voeten. ~
14 Psa 91:6 | de pestilentie, die in de donkerheid wandelt; voor het verderf,
15 Psa 97:2 | Rondom Hem zijn wolken en donkerheid, gerechtigheid en gericht
16 Spre 4:19| weg der goddelozen is als donkerheid, zij weten niet, waarover
17 Spre 7:9 | den zwarten nacht en de donkerheid; ~
18 Jes 8:22 | angst, en voortgedreven door donkerheid. ~
19 Jes 29:18 | der blinden, zijnde uit de donkerheid en uit de duisternis, zullen
20 Jes 59:10 | duisternis opgaan, en uw donkerheid zal zijn als de middag. ~
21 Jes 61:2 | zal de aarde bedekken, en donkerheid de volken; doch over u zal
22 Jer 2:31 | of een land der uiterste donkerheid? Waarom zegt dan Mijn volk:
23 Jer 13:16 | doods stelle, en tot een donkerheid zette. ~
24 Jer 23:12 | zeer gladde plaatsen in de donkerheid; zij zullen aangedreven
25 Eze 34:12 | ten dage der wolke en der donkerheid. ~
26 Joe 2:2 | Een dag van duisternis en donkerheid, een dag van wolken en dikke
27 Amos 5:20| zijn, en geen licht? En donkerheid, zodat er geen glans aan
28 Zep 1:15 | dag der duisternis en der donkerheid, een dag der wolk en
29 Zep 1:15 | dag der wolk en der dikke donkerheid; ~
30 Hand 7:11| van stonde aan viel op hem donkerheid en duisternis: en rondom
31 Heb 12:18 | en het brandende vuur, en donkerheid, en duisternis, en onweder, ~
32 2Pet 2:17| draaiwind gedreven, denwelken de donkerheid der duisternis in der eeuwigheid
33 Jud 1:13 | dwalende sterren, denwelken de donkerheid der duisternis in der eeuwigheid
|