Book Chapter: Verse
1 Gen 32:19 | naar Efrath, hetwelk is Bethlehem. ~
2 Gen 44:7 | weg van Efrath, welke is Bethlehem. ~
3 Joz 19:15 | en Simron, en Jidala, en Bethlehem; twaalf steden en haar dorpen. ~
4 Ric 11:8 | richtte Israel Ebzan, van Bethlehem. ~
5 Ric 11:10 | Ebzan, en werd begraven te Bethlehem. ~
6 Rut 1:19 | die beiden, totdat zij te Bethlehem inkwamen; en het geschiedde,
7 Rut 1:19 | het geschiedde, als zij te Bethlehem inkwamen, dat de ganse stad
8 Rut 1:22 | wederkwam; en zij kwamen te Bethlehem in het begin van de gersteoogst. ~ ~ ~ ~ ~
9 Rut 2:4 | 4 En ziet, Boaz kwam van Bethlehem, en zeide tot de maaiers:
10 Rut 4:11 | maak uw naam vermaard in Bethlehem! ~
11 1Sa 16:4 | gesproken had, en hij kwam te Bethlehem. Toen kwamen de oudsten
12 1Sa 17:15 | vaders schapen te weiden te Bethlehem. ~
13 1Sa 20:6 | begeerd, dat hij tot zijn stad Bethlehem mocht lopen; want aldaar
14 1Sa 20:28 | van mij ernstelijk naar Bethlehem te mogen gaan. ~
15 2Sa 2:32 | zijns vaders graf, dat te Bethlehem was. Joab nu en zijn mannen
16 2Sa 23:14 | Filistijnen was toen te Bethlehem. ~
17 2Sa 23:24 | Elhanan, de zoon van Dodo, van Bethlehem; ~
18 1Kro 4:4 | van Efratha, den vader van Bethlehem. ~
19 1Kro 11:16| Filistijnen was toen te Bethlehem. ~
20 1Kro 11:26| Elhanan, de zoon van Dodo, van Bethlehem; ~
21 2Kro 12:6 | 6 Hij bouwde nu Bethlehem, en Etham, en Thekoa, ~
22 Ezra 2:21| 21 De kinderen van Bethlehem, honderd drie en twintig. ~
23 Neh 7:26 | 26 De mannen van Bethlehem en Netofa, honderd acht
24 Jer 41:17 | Geruth-Chimham, dat bij Bethlehem is, om voort te trekken,
25 Mic 5:1 | 1 En gij, Bethlehem Efratha! zijt gij klein
26 Matt 2:1 | nu Jezus geboren was te Bethlehem, gelegen in Judea, in de
27 Matt 2:5 | En zij zeiden tot hem: Te Bethlehem, in Judea gelegen; want
28 Matt 2:6 | 6 En gij Bethlehem, gij land Juda! zijt geenszins
29 Matt 2:8 | 8 En hen naar Bethlehem zendende, zeide: Reist heen,
30 Matt 2:16| de kinderen, die binnen Bethlehem, en in al deszelfs landpalen
31 Luk 2:4 | tot de stad Davids, die Bethlehem genaamd wordt, (omdat hij
32 Luk 2:15 | Laat ons dan heengaan naar Bethlehem, en laat ons zien het woord,
33 Joha 7:42| Davids, en van het vlek Bethlehem, waar David was? ~
|