Table of Contents | Words: Alphabetical - Frequency - Inverse - Length - Statistics | Help | IntraText Library
Alphabetical    [«  »]
betheliet 1
bether 1
bethesda 1
bethlehem 33
bethlehem-juda 10
bethlehemiet 3
bethlehemieten 2
Frequency    [«  »]
34 zulk
33 57
33 ber-seba
33 bethlehem
33 daarhenen
33 dauw
33 degene

Bijbel

IntraText - Concordances

bethlehem

   Book Chapter: Verse
1 Gen 32:19 | naar Efrath, hetwelk is Bethlehem. ~ 2 Gen 44:7 | weg van Efrath, welke is Bethlehem. ~ 3 Joz 19:15 | en Simron, en Jidala, en Bethlehem; twaalf steden en haar dorpen. ~ 4 Ric 11:8 | richtte Israel Ebzan, van Bethlehem. ~ 5 Ric 11:10 | Ebzan, en werd begraven te Bethlehem. ~ 6 Rut 1:19 | die beiden, totdat zij te Bethlehem inkwamen; en het geschiedde, 7 Rut 1:19 | het geschiedde, als zij te Bethlehem inkwamen, dat de ganse stad 8 Rut 1:22 | wederkwam; en zij kwamen te Bethlehem in het begin van de gersteoogst. ~  ~  ~  ~ ~ 9 Rut 2:4 | 4 En ziet, Boaz kwam van Bethlehem, en zeide tot de maaiers: 10 Rut 4:11 | maak uw naam vermaard in Bethlehem! ~ 11 1Sa 16:4 | gesproken had, en hij kwam te Bethlehem. Toen kwamen de oudsten 12 1Sa 17:15 | vaders schapen te weiden te Bethlehem. ~ 13 1Sa 20:6 | begeerd, dat hij tot zijn stad Bethlehem mocht lopen; want aldaar 14 1Sa 20:28 | van mij ernstelijk naar Bethlehem te mogen gaan. ~ 15 2Sa 2:32 | zijns vaders graf, dat te Bethlehem was. Joab nu en zijn mannen 16 2Sa 23:14 | Filistijnen was toen te Bethlehem. ~ 17 2Sa 23:24 | Elhanan, de zoon van Dodo, van Bethlehem; ~ 18 1Kro 4:4 | van Efratha, den vader van Bethlehem. ~ 19 1Kro 11:16| Filistijnen was toen te Bethlehem. ~ 20 1Kro 11:26| Elhanan, de zoon van Dodo, van Bethlehem; ~ 21 2Kro 12:6 | 6 Hij bouwde nu Bethlehem, en Etham, en Thekoa, ~ 22 Ezra 2:21| 21 De kinderen van Bethlehem, honderd drie en twintig. ~ 23 Neh 7:26 | 26 De mannen van Bethlehem en Netofa, honderd acht 24 Jer 41:17 | Geruth-Chimham, dat bij Bethlehem is, om voort te trekken, 25 Mic 5:1 | 1      En gij, Bethlehem Efratha! zijt gij klein 26 Matt 2:1 | nu Jezus geboren was te Bethlehem, gelegen in Judea, in de 27 Matt 2:5 | En zij zeiden tot hem: Te Bethlehem, in Judea gelegen; want 28 Matt 2:6 | 6 En gij Bethlehem, gij land Juda! zijt geenszins 29 Matt 2:8 | 8 En hen naar Bethlehem zendende, zeide: Reist heen, 30 Matt 2:16| de kinderen, die binnen Bethlehem, en in al deszelfs landpalen 31 Luk 2:4 | tot de stad Davids, die Bethlehem genaamd wordt, (omdat hij 32 Luk 2:15 | Laat ons dan heengaan naar Bethlehem, en laat ons zien het woord, 33 Joha 7:42| Davids, en van het vlek Bethlehem, waar David was? ~


Best viewed with any browser at 800x600 or 768x1024 on Tablet PC
IntraText® (V89) - Some rights reserved by EuloTech SRL - 1996-2007. Content in this page is licensed under a Creative Commons License